Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
3 [gedaagde 3] ,
4 [gedaagde 4] ,
1.De procedure
- de akte houdende overleggen productie aan de zijde van [gedaagde 3] , met een USB-stick als productie,
- de akte na tussenvonnis tevens akte vermeerdering van eis aan de zijde van CZ, met productie 45,
- de antwoordakte aan de zijde van [gedaagde 4] ,
- de akte na tussenvonnis aan de zijde van [gedaagde 3] , met producties 43 tot en met 51.
2.De beoordeling
De zaak tot dusver
“alle zorgplannen.pdf”over te leggen dan wel te deponeren.
“alle zorgplannen.pdf”.
“om de eisvermeerdering af te wijzen”en [gedaagde 4] heeft
“bezwaar tegen het vermeerderen van de eis in de onderhavige fase”. Als onderbouwing voeren zij allebei echter alleen inhoudelijke argumenten aan tegen de vordering, maar niet tegen de eisvermeerdering als zodanig. De rechtbank acht de eisvermeerdering in dit stadium van de procedure niet in strijd met de goede procesorde en daarom zal deze worden toegestaan. Later in de procedure zal de vordering van CZ op dit punt inhoudelijk worden beoordeeld.
- primair vordert CZ het bedrag van € 654.997,82 wegens – kort gezegd – het ontbreken van een rechtmatige grondslag,
- subsidiair vordert CZ een bedrag van € 248.948,27 wegens teveel gedeclareerde uren (‘excessief declareren’).
3.De beslissing
woensdag 27 november 2024 om 11.00 uurin het gerechtsgebouw in Rotterdam;