Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voeging zaken
4.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van voorarrest;
- oplegging van de maatregel tot terbeschikkingstelling van de verdachte met bevel tot dwangverpleging.
5.Geldigheid dagvaarding III
6.Waardering van het bewijs
7.Strafbaarheid feiten
diefstal, meermalen gepleegd
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd
mishandeling
8.Strafbaarheid verdachte
9.Motivering straf en maatregel
9.2.3.2 Maatregelrapport reclasseringRisico op herhalingHet risico op recidive, letsel en onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als hoog. Er is sprake van een delictpatroon aangaande vermogens- en geweldsdelicten, dat samen lijkt te gaan met alcoholgebruik. Momenteel is het alcoholgebruik in gedwongen remissie. De verdachte heeft nooit lange periodes van abstinentie gekend, zodat de kans groot is dat de verdachte terugvalt in zijn alcoholgebruik zodra de structuur van het gevangenisregime wegvalt. Het gebruik van middelen vergroot de kans op ontremd en impulsief gedrag. Hoewel er binnen het onderzoek van psychiater en psycholoog geen aanwijzingen worden gezien voor problematisch cannabisgebruik, komt dit binnen het onderzoek van de reclassering wel degelijk naar voren.
10.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
11.Vorderingen tenuitvoerlegging
12.Toepasselijke wettelijke voorschriften
13.Bijlagen
14.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
ter beschikking wordt gesteld;
van overheidswege wordt verpleegd;
€ 300,- (zegge: driehonderd euro),bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 3 mei 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 3] te betalen
€ 300,-(hoofdsom,
zegge: driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 mei 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 300,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
6 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 450,- (zegge: vierhonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 8] te betalen
€ 450,-(hoofdsom,
zegge: vierhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 450,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
9 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
van € 400,- (zegge: vierhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 augustus 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 9] te betalen
€ 400,-(hoofdsom,
zegge: vierhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
8 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 400,- (zegge: vierhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 augustus 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 7] te betalen
€ 400,-(hoofdsom,
zegge: vierhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 400,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
8 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
niet-ontvankelijkin de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 10-344463-21;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van
1 (één) week.