Op 30 september 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de adoptie van een minderjarige door de meemoeder. Verzoeksters, een geregistreerd partnerschap, hebben op 10 mei 2024 een verzoekschrift ingediend voor de adoptie van de minderjarige, die op [datum 2] 2024 is geboren. De rechtbank heeft de zaak verder afgedaan op basis van de ingediende stukken en het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming, dat op 22 augustus 2024 is ontvangen. De rechtbank oordeelt dat de adoptie in het belang van de minderjarige is, aangezien hij door verzoeksters samen wordt verzorgd en opgevoed. De Raad adviseert ook om het verzoek toe te wijzen, wat de rechtbank doet. De adoptie werkt terug tot het moment van de geboorte van de minderjarige, omdat het verzoek vóór de geboorte is ingediend. Het verzoek om gezamenlijk gezag wordt afgewezen, omdat verzoeksters al van rechtswege het gezag over de minderjarige uitoefenen. De rechtbank spreekt de adoptie uit en gelast de toevoeging van een latere vermelding van adoptie aan de akte van geboorte. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag binnen drie maanden na de beschikking.