Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 december 2023, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de door Beterwerkt ter zitting voorgedragen ‘conclusie van repliek’, met bijlagen;
- de spreekaantekeningen van [gedaagde] .
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft Beterwerkt B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, met het verzoek om terugbetaling van studiekosten ter hoogte van € 5.551,48, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. Beterwerkt stelt dat er op 1 februari 2023 een studieovereenkomst is gesloten, waarbij zij de kosten van een rijopleiding voor de gedaagde heeft betaald. De gedaagde betwist echter dat Beterwerkt deze kosten heeft gemaakt en stelt dat het studiekostenbeding nietig is. De kantonrechter heeft op 27 september 2024 geoordeeld dat Beterwerkt niet heeft aangetoond dat zij studiekosten voor de gedaagde heeft betaald. De kantonrechter concludeert dat er geen grond is voor de vordering van Beterwerkt, omdat het bewijs van betaling ontbreekt. De proceskosten worden toegewezen aan de gedaagde, die in deze procedure in het gelijk is gesteld. Beterwerkt moet de proceskosten van € 813,- betalen, met wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van het vonnis. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt aangetekend.