In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 september 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Woonstad Rotterdam en de krakers van een woning. Woonstad, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. van der Hoeff, vorderde ontruiming van de woning, waarin een hennepkwekerij was aangetroffen. De krakers zijn niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 27 augustus 2024, waardoor verstek werd verleend. De voorzieningenrechter oordeelde dat het spoedeisend belang van Woonstad bij de ontruiming evident was, gezien de omstandigheden rondom de woning en de voorgenomen sloop van de woningen in de omgeving. De vorderingen van Woonstad werden toegewezen, met een ontruimingstermijn van zeven dagen na betekening van het vonnis. Tevens werd een verbod opgelegd aan de krakers om na de ontruiming terug te keren naar de woning of een andere woning van Woonstad te betrekken zonder huurovereenkomst. De krakers werden ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die in totaal € 1.997,13 bedragen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.