ECLI:NL:RBROT:2024:9505

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 september 2024
Publicatiedatum
30 september 2024
Zaaknummer
C/10/683379 / JE RK 24-1676
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een jeugdhulpaanbieder

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 10 september 2024, is de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], verlengd. De kinderrechter heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een verzoek van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die de minderjarige onder toezicht heeft gesteld. De ouders van [voornaam minderjarige] hebben het ouderlijk gezag en zijn betrokken bij de procedure. Tijdens de mondelinge behandeling, die op 10 september 2024 plaatsvond, waren de ouders en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig. De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige] gehoord en de zorgen over haar welzijn en ontwikkeling besproken.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] momenteel in een accommodatie van Pluryn verblijft en dat er zorgen zijn over haar schoolgang, seksuele veiligheid en de relatie met haar ouders. Ondanks de positieve stappen die [voornaam minderjarige] heeft gezet, zoals het starten van EMDR-therapie, is de kinderrechter van oordeel dat een terugkeer naar huis op dit moment te vroeg is. De kinderrechter heeft de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk geacht in het belang van de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige]. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft de ouders en [voornaam minderjarige] complimenten gegeven voor de vooruitgang die is geboekt en heeft de hoop uitgesproken dat deze positieve lijn kan worden voortgezet.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/683379 / JE RK 24-1676
Datum uitspraak: 10 september 2024
Beschikking over een verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de GI,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2008 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder],
hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats] ,
[naam vader],
hierna te noemen: de vader, wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift van de GI met bijlagen, ontvangen op 25 juli 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 10 september 2024. Daarbij waren aanwezig:
- de vader;
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de GI, [persoon A] .
1.3.
De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige] naar haar mening gevraagd. [voornaam minderjarige] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [voornaam minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De ouders hebben het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] .
2.2.
[voornaam minderjarige] verblijft op een groep bij het buitenhuis van Pluryn.
2.3.
Bij beschikking van 12 maart 2024 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot 12 maart 2025. Bij diezelfde beschikking heeft de kinderrechter ook een machtiging verleend [voornaam minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 12 september 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

4.De standpunten

4.1.
De GI handhaaft het verzoek en licht het als volgt toe. [voornaam minderjarige] woont sinds eind maart dit jaar bij Pluryn. Destijds waren er veel zorgen over het wegloopgedrag, het forse middelengebruik en de psychische problematiek van [voornaam minderjarige] . Ook het contact met het foute netwerk baarde veel zorgen. Deze zorgen zijn sinds de zomervakantie verminderd. [voornaam minderjarige] is tot stabilisatie gekomen, zij is gestart met haar EMDR-therapie en het contact met het foute netwerk is verminderd. Desondanks kan [voornaam minderjarige] ambivalent zijn in dit contact. Ook de schoolgang vormt nog altijd een probleem. [voornaam minderjarige] geeft aan dat zij wel gemotiveerd is, maar dat zij het moeilijk vindt in de klas. Samen met de school en de GI wordt de komende periode naar een oplossing gezocht. Wat betreft de woonplek van [voornaam minderjarige] brengt de GI naar voren dat [voornaam minderjarige] behoefte heeft aan perspectief. Zij wil graag zelfstandig wonen, maar dat is op dit moment te snel. [voornaam minderjarige] is nog vaak betrokken bij onrust op de groep en de relatie met de ouders kan soms escaleren. De GI voert daarnaast wekelijks gesprekken met [voornaam minderjarige] over haar seksualiteit, omdat er zorgen zijn over de seksuele veiligheid van [voornaam minderjarige] . Er worden goede stappen gezet, maar de zorgen zijn op dit moment ook nog groot. De GI geeft de ouders een compliment over hoe zij aan zichzelf hebben gewerkt en hebben leren omgaan met de problematiek van [voornaam minderjarige] .
4.2.
Door de ouders is geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. Hoewel [voornaam minderjarige] positieve stappen heeft gezet zijn er nog veel zorgen. [voornaam minderjarige] gaat nog niet naar school en is vaak angstig. Ook de seksuele veiligheid van [voornaam minderjarige] blijft een grote zorg. [voornaam minderjarige] denkt niet na over de consequenties van haar handelingen. Hoewel de contactmomenten tussen de ouders en [voornaam minderjarige] zijn verbeterd, is thuis wonen volgens de ouders nog geen optie. [voornaam minderjarige] is op de goede weg, maar moet nog een aantal stappen in de goede richting zetten. De ouders zijn trots op haar vooruitgang en willen het beste voor [voornaam minderjarige]

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding. [1]
5.2.
Tijdens zitting is naar voren gekomen dat de afgelopen periode goede stappen zijn gezet. Sinds het verblijf van [voornaam minderjarige] bij het buitenhuis van Pluryn zijn de zorgen gestabiliseerd. [voornaam minderjarige] staat open voor de hulpverlening en lijkt gemotiveerd. Desondanks zijn alle betrokken partijen het erover eens dat de stap naar huis voor [voornaam minderjarige] op dit moment nog te snel is. Er bestaan zorgen over de schoolgang van [voornaam minderjarige] , haar seksuele veiligheid en het feit dat [voornaam minderjarige] nog vaak betrokken is bij incidenten op de groep. Daarnaast dient ook het contact tussen de ouders en [voornaam minderjarige] te verbeteren. De komende periode is het van belang dat [voornaam minderjarige] in gesprek blijft met de jeugdbeschermer over wat een passende plek voor haar is en welke stappen moeten worden gezet voor een vervolgplek. Daarbij is het belangrijk dat de schoolgang en de EMDR-behandeling van [voornaam minderjarige] goed van de grond komen en dat passende begeleiding wordt geboden voor de seksuele ontwikkeling van [voornaam minderjarige] . Ook dient er aandacht te worden besteed aan het herstel van de band tussen [voornaam minderjarige] en haar ouders. De kinderrechter geeft zowel [voornaam minderjarige] als de ouders een compliment voor de goede stappen die zijn gezet en spreekt de hoop uit dat [voornaam minderjarige] deze positieve lijn kan voortzetten.
5.3.
De kinderrechter zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, dit betekent dat deze beslissing geldt, ook als er eventueel hoger beroep tegen deze beslissing wordt ingesteld.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 12 maart 2025;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 september 2024 door mr. K.T.F. Chocolaad-de Bos, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. B. de Pater en R.J.S. Mulder als griffiers, en op schrift gesteld op 24 september 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.

Voetnoten

1.Artikel 1:265c, tweede lid, Burgerlijk Wetboek.