Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1],
[eiser 2],
1.[eiser 1],
[eiser 2],
1.Het verloop van de procedure in de zaak 24-236 ([eiser 1]/Stedin)
- de dagvaarding tevens conclusie van eis in het voorwaardelijke incident ex artikel 843a Rv van 22 maart 2022, met producties 1 t/m 25;
- de conclusie van antwoord van Stedin in het voorwaardelijk incident tot het verstrekken van stukken (843a Rv) en in het incident tot voeging (220 lid 1 Rv);
- het vonnis van de rechtbank in het incident van 1 juni 2022, waarin een beslissing op het verzoek van [eiser 1] ex artikel 843a Rv vooralsnog is aangehouden;
- de conclusie van antwoord van Stedin, met producties 1 t/m 8;
- het oproepbericht van de rechtbank van partijen voor een mondelinge behandeling;
- de akte van [eiser 1] overlegging producties met toelichting, tevens akte uitlating voorwaardelijke incidentele vordering ex artikel 843a Rv, met producties 1 t/m 23;
- de nadere akte van Stedin van 11 januari 2023, met twee producties;
- de e-mail van Stedin van 19 januari 2023, met ongenummerde bijlagen,
- de akte overlegging nadere productie van [eiser 1], met productie 24;
- de mondelinge behandeling in de beide zaken van 6 februari 2023, waarbij in de onderhavige zaak van de zijde van de advocaat van [eiser 1] spreekaantekeningen zijn overgelegd.
2.Het verloop van de procedure in de zaak 24-235 ([eiser 1]/SDJ)
- de dagvaarding voor de rechtbank Den Haag van 22 maart 2022, met producties 1 t/m 23;
- de conclusie van antwoord in het incident van SDJ van 20 april 2022;
- het vonnis in incident van de rechtbank Den Haag van 15 juni 2022, waarbij de zaak naar de rechtbank Rotterdam is verwezen en is overwogen dat de verwijzing van rechtswege tot voeging van de beide zaken leidt;
- het oproepingsexploot door [eiser 1] van SDJ voor de rechtbank Rotterdam;
- de incidentele conclusie tot voeging tevens conclusie van antwoord (in de hoofdzaak) met producties 1 t/m 12;
- het oproepbericht van de rechtbank van partijen voor een mondelinge behandeling;
- de akte overlegging producties met toelichting van [eiser 1] met producties 1 t/m 28;
- akte van SDJ;
- de antwoordakte van SDJ met producties 13 t/m 19;
- de akte overlegging nadere productie van [eiser 1] met productie 29;
- de akte overlegging aanvullende productie van [eiser 1] met productie 30;
- de e-mail van mr. Klunne van 31 januari 2023 met bijlage;
- de brief van mr. Köhne van 1 februari 2023 met bijlage;
- de akte wijziging van eis van [eiser 1] op 6 februari 2023;
- de mondelinge behandeling van 6 februari 2023, waarbij door de advocaten van beide partijen spreekaantekeningen zijn overgelegd.
AANVULLENDE BEPALINGEN
4 Koper geeft in de akte van levering onherroepelijk volmacht aan Schouten & De Jong Projectontwikkeling B.V. en alle medewerkers van Zwart & Partners Netwerk Notarissen te Leidschendam-Voorburg, om zonodig ten laste van het gekochte erfdienstbaarheden en zakelijke rechten van opstal te vestigen in verband met de aanwezigheid van kabels, leidingen etcetera ten behoeve van de Nutsbedrijven.”
De eigenaar verleent aan het bedrijf[d.i. Stedin, toevoeging rechtbank]
, gelijk het bedrijf van de eigenaar aanvaardt, het recht van opstal ten behoeve van het plaatsen, aanleggen, in eigendom hebben, onderhouden, vervangen en zonodig verwijderen van een nieuw transformatorstation ten behoeve van distributie en een 10 kV verdeelstation met diverse kabel- en leidingtracés, waarin zich laag- en middenspanningskabels met eventuele bijbehoren bevinden in een gedeelte van de percelen, kadastraal bekend gemeente Pijnacker sectie G nummers 4860[dat het latere perceel [nummer 1] omvat, toevoeging rechtbank]
en [nummer 3], met een totale oppervlakte van 504 m2 (…) alsmede recht van toegang om met (motor)voertuigen te komen van en naar de openbare weg, op een wijze die is aangegeven op de bij deze overeenkomst behorende tekeningen (…) welke partijen voldoende bekend zijn, zodat zij geen nadere omschrijving ervan behoeven.”
het zakelijk recht van opstal ten behoeve van het plaatsen, aanleggen, in eigendom hebben, onderhouden, vervangen en zonodig verwijderen van een nieuw transformatorstation ten behoeve van de distributie en een tien kilovolt (10KV) verdeelstation met diverse kabel- en leidingtracés, waarin zich laag- en middenspanningskabels met eventuele bijbehoren bevinden in een gedeelte van de percelen, kadastraal bekend gemeente Pijnacker, sectie G, nummers [nummer 3], groot vijfenveertig centiare, [nummer 4] en [nummer 1], aan welk laatste twee percelen een voorlopig nummer (... ), alsmede recht van toegang om met (motor)voertuigen te komen van en naar de openbare weg op een wijze die is aangegeven op de aan deze akte te hechten tekening.”
perceel nummer [nummer 1] [] belast [is] met een zakelijk recht van opstal ten behoeve van N.V. Stedin Netten Delfgauw, gevestigd te Rotterdam, in verband met de aanwezigheid van kabels en leidingen”
.
LASTEN EN BEPERKINGEN
Uit het onderzoek blijkt dat de berekende jaargemiddelde magnetische veldsterkte in de woonkamer 0,24 μT bedraagt. In de tuin bedraagt de berekende jaargemiddelde magnetische veldsterkte 0,32 μT. De jaargemiddelde magnetische veldsterkte van de tuin én de woonkamer samen bedraagt dan 0,26 μT.
4.De vorderingen
in de zaak 24-236 ([eiser 1]/Stedin)
5.De beoordeling
in beide zaken
geheleperceel [nummer 1], zoals door Stedin genoegzaam is onderbouwd met de in haar conclusie van antwoord opgenomen projectie van het oppervlak van de bewuste strook op de luchtfoto met ingetekende kadastrale kaart. [eiser 1] heeft niet aannemelijk weten te maken dat de kabels onder de woning buiten het gebied liggen waarop het opstalrecht rust. Ter adstructie van zijn stelling dat dit anders is, heeft slechts verwezen naar een paar handmatige globale schetsen van de loop van de kabels onder de woning (productie 14 bij akte van 5 december 2023). Deze stukken vormen voor die conclusie een onvoldoende betrouwbare basis. Waar het om gaat is dat de stelling van [eiser 1] dat het opstalrecht beperkt zou zijn tot de gearceerde strook van de verkooptekening of tot de gearceerde strook op de situatietekening die volgens [eiser 1] in het dossier van de notaris is aangetroffen, niet uit de vestigingsakte kan worden afgeleid. Het is ook onaannemelijk dat de verkooptekening voor Schouten Holding en Stedin, die daarbij geen partijen waren, leidend zou zijn geweest. Daarnaast is het onaannemelijk dat de door [eiser 1] overgelegde situatietekening (hierboven onder 5.2 weergegeven) de tekening is waarnaar in de vestigingsakte van het opstalrecht wordt verwezen. Dit laatste is het geval, alleen al omdat niet goed voorstelbaar is dat partijen bij de vestiging van het opstalrecht alleen zouden hebben willen verwijzen naar een (bouw)tekening waarop alleen perceel [nummer 1] zichtbaar is, terwijl de door Stedin aan te leggen nieuwe kabels niet alleen daar maar ook in de verdere omgeving (van perceel [nummer 1]) zouden worden gelegd. Het standpunt van [eiser 1] dat het opstalrecht van Stedin slechts gevestigd is op het beperkte gebied van de gearceerde strook van de verkooptekening wordt ook al niet ondersteund door de leveringsakte van de percelen aan [eiser 1] van 20 juli 2016, waarin zonder enige beperking ten aanzien van de omvang van het (dan inmiddels gevestigde) opstalrecht van Stedin wordt bepaald dat (het gehele en dus niet een deel van het) perceel met nummer [nummer 1] belast is met een zakelijk recht van opstal ten behoeve Stedin in verband met de aanwezigheid van kabels en leidingen.
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
overeengekomen.
primairevordering van [eiser 1] om SDJ te veroordelen tot herstel door middel van het (laten) verleggen van de aanwezige kabels en leidingen van Stedin in het perceel [nummer 1] en tot het (laten) verwijderen van de kabels en leidingen van Stedin in perceel [nummer 2], te vermeerderen met aan [eiser 1] te betalen schadevergoeding. De stelling van [eiser 1] dat SDJ in 2019 heeft toegezegd hiervoor te zullen zorgdragen, mist een deugdelijke onderbouwing. Voor de vordering om SDJ te veroordelen tot nakoming van de gedane toezegging om tot een oplossing met voornoemde inhoud te komen, bestaat daarom evenmin grond.
subsidiairevordering van [eiser 1] tot ontbinding van de koopovereenkomst en schadevergoeding niet worden toegewezen.
meer subsidiairgevorderde vernietiging van de koopovereenkomst, in dat kader gevorderde veroordeling van SDJ tot het terugbetalen van de koopsom tot het bedrag gelijk aan de herstelkosten dan wel waardeverlies (welke kosten of waardeverlies volgens [eiser 1] ook nog nader dienen te worden opgemaakt bij staat). Voor vergoeding van kosten of waardeverlies, wat neerkomt op schadevergoeding, is slechts plaats als SDJ kan worden verweten [eiser 1] ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst niet voldoende te hebben geïnformeerd (dus toen onrechtmatig zou hebben gehandeld), welke situatie zoals hiervoor besproken, zich niet voordoet. De stellingen van [eiser 1] bieden geen aanknopingspunten voor de vaststelling van bijvoorbeeld een financiële compensatie ter hoogte van bijvoorbeeld het prijsverschil tussen wat hij bij een juiste voorstelling van zaken over de liggen van het kabeltracé zou hebben betaald en de daadwerkelijk door hem betaalde koopprijs voor de percelen, welke compensatie in beeld zou kunnen komen als wordt uitgegaan van wederzijdse dwaling (Asser/Hijma 7-I 2019/722). Hieromtrent heeft [eiser 1] echter, zowel op maar ook na de mondelinge behandeling, bijvoorbeeld in de akte na het opbrengen van de zaak, geen stellingen betrokken of concrete informatie in het geding gebracht, die aanleiding kunnen geven daarop nader in te gaan.
nog meer subsidiairgevorderde verklaring voor recht dat SDJ onrechtmatig heeft gehandeld en dat SDJ aansprakelijk is voor de schade die [eiser 1] daardoor geleden heeft en nog lijdt, met veroordeling van SDJ tot het betalen van schadevergoeding, nader op te maken bij staat, is dus ongegrond en zal worden afgewezen.
primair en (meer) subsidiairdoor [eiser 1] gevorderde worden afgewezen, aangezien dit onderdeel van het gevorderde gelet op de aard daarvan het lot van de eerdere vorderingen deelt.
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)