7.2.In de woning is meer dan 0,5 gram harddrugs is aangetroffen, namelijk 5,6 kilogram MDMA. Dit is een ruime overschrijding van de grens van 0,5 gram en dus een handelshoeveelheid. Niet in geschil is dat gelet op deze hoeveelheid de burgemeester bevoegd is de woning te sluiten.
Is de sluiting van de woning noodzakelijk?
8. Als de burgemeester bevoegd is om een pand te sluiten, is de volgende vraag of er ook een noodzaak is om een pand te sluiten. Daarbij is van belang of de burgemeester met een minder ingrijpend middel dan een sluiting had kunnen en moeten volstaan omdat het beoogde doel ook daarmee had kunnen worden bereikt.Aan de hand van de ernst en omvang van de overtreding wordt beoordeeld of sluiting noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat bij de woning en het herstel van de openbare orde.Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de vraag of er vanuit de woning werd gehandeld, maar ook om andere omstandigheden, zoals de ligging van een pand in een voor drugscriminaliteit kwetsbare wijk.
9. Verzoeker voert aan dat er geen sprake is van noodzaak om de woning te sluiten. Hoewel er meer dan een gedooghoeveelheid harddrugs is aangetroffen, maakt dat nog geen ernstig geval. De burgemeester heeft onvoldoende uitgelegd waarom dit het geval is. Er heeft bovendien geen handel in drugs vanuit de woning plaatsgevonden. De drugs werden alleen opgeslagen en wellicht verpakt. Er was geen ‘loop’ naar de woning. De burgemeester had kunnen volstaan met een waarschuwing.
10. De voorzieningenrechter vindt dat de burgemeester de noodzaak tot sluiting van de woning aanwezig heeft mogen achten en niet gehouden was met een minder ingrijpend middel te volstaan. Met de burgemeester acht de voorzieningenrechter het aannemelijk dat sprake is van een ernstig geval. In de woning is namelijk een grote handelshoeveelheid harddrugs aangetroffen en meerdere voorwerpen die in verband kunnen worden gebracht met drugshandel. De burgemeester heeft mogen meewegen dat er meldingen van omwonenden zijn dat er regelmatig ‘vreemde figuren’ in en rond de woning aanwezig zijn. [derde-partij] heeft op de zitting bevestigd dat bij hen meldingen zijn gekomen van toeloop naar de woning. Dat dit niet met stukken is onderbouwd, maakt het oordeel van de voorzieningenrechter niet anders. Voor zover er geen drugsgerelateerde overlast of feitelijke drugshandel ter plaatse zou zijn, doet dit namelijk niet af aan de noodzaak tot het sluiten van de woning. Door de grote hoeveelheid harddrugs die is aangetroffen, in combinatie met meerdere voorwerpen waarvan algemeen bekend is die voor het verwerken, verpakken en verkopen van drugs worden gebruikt, mag namelijk worden aangenomen dat de woning onderdeel uitmaakt van de keten van drugshandel. Verzoeker heeft zijn betwisting van drugshandel en overlast verder ook niet aannemelijk gemaakt.
Is de sluiting van de woning evenwichtig?
11. Als de burgemeester zich redelijkerwijs op het standpunt heeft kunnen stellen dat sluiting van het pand noodzakelijk is, dient hij zich ervan te vergewissen dat de duur van de sluiting evenwichtig is, ook als de duur in overeenstemming is met de duur die volgt uit een beleidsregel. Bij de beoordeling van de evenwichtigheid zijn verschillende omstandigheden van belang, zoals de mate van verwijtbaarheid van de aangeschreven persoon, een bijzondere binding met het pand en de mogelijkheid om weer van het pand gebruik te kunnen maken. De nadelige gevolgen van de sluiting moeten worden afgewogen tegen de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de burgemeester een sluiting noodzakelijk mocht vinden. Een sluiting met veel nadelige gevolgen is niet per definitie onevenwichtig.
12. Verzoeker stelt dat de sluiting niet evenwichtig is. De sluiting van de woning heeft namelijk grote gevolgen voor verzoeker. Hij zal op straat komen te staan als de woning gesloten wordt, omdat hij onvoldoende sociaal netwerk heeft om op terug te vallen. Hij kan niet (volledig) terecht bij zijn vriendin. Daarnaast heeft verzoeker een slechte gezondheidssituatie, waardoor de daklozenopvang geen alternatief is. De vondst van de drugs is verminderd aan hem te verwijten, omdat hij een lichte verstandelijke beperking heeft. Verder heeft de verhuurder aangekondigd een ontbindingsprocedure te starten.
13. De voorzieningenrechter vindt de gevolgen van de sluiting in dit geval niet onevenwichtig. De burgemeester heeft meer gewicht mogen toekennen aan het herstel van de openbare orde en een veilig woon- en leefklimaat in de omgeving dan aan het belang van verzoeker. Inherent aan een sluiting van een woning is dat de bewoner de woning moet verlaten. Dit is op zichzelf dan ook geen bijzondere omstandigheid. De woningbouwcorporatie heeft in dit geval aangekondigd de huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. Dit kan er toe leiden dat verzoeker ook na de sluiting van de woning voor drie maanden niet meer terug kan naar zijn woning. Daartegenover staat dat verzoeker als huurder verantwoordelijk is voor de ontstane situatie. De voorzieningenrechter volgt verzoeker niet in zijn stelling dat hij verminderd verwijtbaar moet worden geacht. Uit de verklaring die verzoeker heeft afgelegd bij de politie blijkt dat hij de pillenmachine die in de woonkamer stond gezien heeft. De stelling van verzoeker dat hij niet wist wat er in de kast zat en dat hij dacht dat een kennis van hem de kast gebruikte voor het bewaren van zijn belastingpapieren acht de voorzieningenrechter niet geloofwaardig, nu de kast waar de pillenmachine, de vacumeermachine en de vacumeerzakken in zaten niet op slot zat. Verzoeker heeft weliswaar gesteld dat sprake is van een licht verstandelijk beperking, maar dit verder niet onderbouwd, bijvoorbeeld door het overleggen van medische stukken. Voor zover verzoeker een licht verstandelijke beperking zou hebben, maakt dat overigens niet dat hem helemaal niets te verwijten valt. Hoewel niet duidelijk is welke rol verzoeker precies in het geheel heeft vervuld, kan hem namelijk in ieder geval worden verweten dat hij drugshandel heeft gefaciliteerd door kastruimte in zijn huis te verhuren voor € 250,- in de maand en de sleutel van zijn huis af te geven. De medische omstandigheden van verzoeker maken ook niet dat de sluiting onevenwichtig is. Verzoeker heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij vanwege zijn medische problemen op deze specifieke woning is aangewezen. Uit de stukken blijkt dat verzoeker in ieder geval een aantal dagen per week bij zijn vriendin kan verblijven en verder ook familie heeft. Voor zover het regelen van onderdak niet lukt, heeft de burgemeester verwezen naar de hulp die Stichting Welzijn Capelle eventueel kan bieden.