ECLI:NL:RBROT:2024:9481
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongeldigverklaring rijbewijs door burgemeester wegens onjuiste gegevens bij aanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 september 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een ondernemer, had op 22 mei 2024 een aanvraag ingediend voor een nieuw rijbewijs, terwijl zijn oude rijbewijs op 11 mei 2024 door de politie was ingenomen. De burgemeester van Dordrecht verklaarde het nieuwe rijbewijs ongeldig op basis van onjuiste informatie die door verzoeker was verstrekt. Verzoeker maakte bezwaar tegen deze beslissing en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat hij zijn rijbewijs weer kon gebruiken.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 19 september 2024 behandeld. Tijdens de zitting werd duidelijk dat verzoeker zijn rijbewijs dringend nodig had voor zijn werkzaamheden, maar de rechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was dat een voorlopige voorziening rechtvaardigde. De rechter concludeerde dat verzoeker zelf verantwoordelijk was voor de situatie, aangezien hij onjuiste gegevens had verstrekt bij zijn aanvraag. De voorzieningenrechter wees het verzoek af, met de overweging dat de burgemeester terecht het rijbewijs ongeldig had verklaard op basis van de wetgeving die van toepassing is op rijbewijzen.
De voorzieningenrechter benadrukte dat de procedure bij de voorzieningenrechter een spoedprocedure is en dat een voorlopige voorziening alleen kan worden getroffen als er een spoedeisend belang is. In dit geval was er geen aanleiding om de beslissing van de burgemeester te schorsen, en verzoeker moest zijn rijbewijs gedurende de bezwaarprocedure inleveren. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.