3.1.De curator vordert in de hoofdzaak om bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
te verklaren voor recht dat [bedrijf A] c.s. hun taken als bestuurder c.q. feitelijk beleidsbepaler van GF Totaalzorg in de periode van drie jaren voorafgaande aan het faillissement, althans in een nader door de rechtbank vast te stellen periode, kennelijk onbehoorlijk hebben vervuld als bedoeld in artikel 2:248 BW, dat deze onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement van GF Totaalzorg is geweest en dat gezien artikel 2:248 lid 7 BW en artikel 2:11 BW [bedrijf A] c.s. voor het tekort in het faillissement van GF Totaalzorg hoofdelijk aansprakelijk zijn;
[bedrijf A] c.s. hoofdelijk te veroordelen om aan de curator te voldoen het bedrag van het tekort in het faillissement van GF Totaalzorg zoals bedoeld in artikel 2:248 lid 1 BW, nader op te maken bij staat op de voet van artikel 2:248 lid 5 juncto artikel 612 e.v. Rv, met dien verstande dat de totale omvang van de in het faillissement van GF Totaalzorg aangetroffen erkende schulden mede zal moeten worden vastgesteld ter nog nader te beleggen verificatievergadering;
te verklaren voor recht dat [bedrijf A] c.s. hun taken als bestuurder c.q. feitelijk beleidsbepaler van GF Totaalzorg in de periode voorafgaande aan het faillissement niet behoorlijk hebben vervuld in de zin van artikel 2:9 BW en uit dien hoofde hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die GF Totaalzorg dientengevolge heeft geleden;
[bedrijf A] c.s. hoofdelijk te veroordelen om aan de curator te voldoen het bedrag van de hiervoor onder punt 3 bedoelde schade, nader op te maken bij staat;
te verklaren voor recht dat [bedrijf A] c.s. in de zin van artikel 6:162 BW onrechtmatig hebben gehandeld jegens GF Totaalzorg en jegens de gezamenlijke schuldeisers van GF Totaalzorg en uit dien hoofde hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die GF Totaalzorg en de gezamenlijke schuldeisers van GF Totaalzorg dientengevolge hebben geleden;
[bedrijf A] c.s. hoofdelijk te veroordelen om aan de curator te voldoen het bedrag van de hiervoor onder punt 5 bedoelde schade, nader op te maken bij staat;
[bedrijf A] c.s. hoofdelijk te veroordelen om als voorschot op de hiervoor onder punten 2, 4 en 6 bedoelde bedragen aan de curator een bedrag van € 450.000,00 te voldoen;
[persoon A] en [persoon B] een bestuursverbod op te leggen voor de duur van vijf jaar na het in kracht van gewijsde gaan van het in deze zaak uit te spreken vonnis, gedurende welke periode zij niet benoemd kunnen zijn en worden als bestuurder van een rechtspersoon;
Subsidiair:
9. [bedrijf A] te veroordelen tot (terug)betaling aan de curator van het bedrag van € 425.750,00 te vermeerderen met primair de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW en subsidiair de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW en wel de datum van faillietverklaring van GF Totaalzorg, althans vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling;
10. [persoon B] te veroordelen tot (terug)betaling aan de curator van het bedrag van € 15.150,00, te vermeerderen met primair de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW en subsidiair de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, en wel de datum van faillietverklaring van GF Totaalzorg, althans vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van volledige betaling.
Met hoofdelijke veroordeling van [bedrijf A] c.s. in de kosten van de procedure en de gelegde conservatoire beslagen.