Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- Griffierecht € 87,-
- Salaris advocaat volgens het liquidatietarief in kort geding € 715,- +
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de vrouw, eiseres, vervangende toestemming gevraagd om met haar minderjarige dochter naar Mallorca te reizen van 17 tot en met 24 augustus 2024. De man, gedaagde, is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 31 juli 2024, ondanks dat hij daartoe behoorlijk was opgeroepen. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 29a lid 5 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mondeling uitspraak gedaan. De vrouw heeft eerder een kort geding over een vakantie met de minderjarige ingetrokken, omdat de man toen toestemming gaf. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk van partijen op 6 juli 2017 is ontbonden en dat zij gezamenlijk ouderlijk gezag uitoefenen over hun dochter, geboren in 2014.
De vrouw heeft aangevoerd dat de man zijn toestemming voor de vakantie zonder steekhoudende argumenten weigert, wat volgens de voorzieningenrechter niet in het belang van de minderjarige is. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vrouw recht heeft op vervangende toestemming voor de vakantie en heeft de man veroordeeld in de proceskosten, omdat dit de tweede keer is dat de vrouw in kort geding toestemming moet vragen zonder dat de man valide redenen aanvoert voor zijn weigering. De totale proceskosten zijn begroot op € 802,-. De voorzieningenrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard.