ECLI:NL:RBROT:2024:9396

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 juli 2024
Publicatiedatum
24 september 2024
Zaaknummer
C/10/683005 / KG ZA 24-724
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor vakantie met minderjarige naar Mallorca

In deze zaak heeft de vrouw, eiseres, vervangende toestemming gevraagd om met haar minderjarige dochter naar Mallorca te reizen van 17 tot en met 24 augustus 2024. De man, gedaagde, is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 31 juli 2024, ondanks dat hij daartoe behoorlijk was opgeroepen. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 29a lid 5 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mondeling uitspraak gedaan. De vrouw heeft eerder een kort geding over een vakantie met de minderjarige ingetrokken, omdat de man toen toestemming gaf. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk van partijen op 6 juli 2017 is ontbonden en dat zij gezamenlijk ouderlijk gezag uitoefenen over hun dochter, geboren in 2014.

De vrouw heeft aangevoerd dat de man zijn toestemming voor de vakantie zonder steekhoudende argumenten weigert, wat volgens de voorzieningenrechter niet in het belang van de minderjarige is. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vrouw recht heeft op vervangende toestemming voor de vakantie en heeft de man veroordeeld in de proceskosten, omdat dit de tweede keer is dat de vrouw in kort geding toestemming moet vragen zonder dat de man valide redenen aanvoert voor zijn weigering. De totale proceskosten zijn begroot op € 802,-. De voorzieningenrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zittingsplaats Rotterdam
Zaaknummer / rolnummer: C/10/683005 / KG ZA 24-724
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing in kort geding van 31 juli 2024
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [plaatsnaam 1],
eiseres, hierna: de vrouw,
advocaat mr. D. Akdemir te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaatsnaam 2],
gedaagde, hierna: de man,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit de op 25 juli 2024 betekende dagvaarding met producties.
1.2.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 31 juli 2024. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat.
De man is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen. De raad voor de kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht is met kennisgeving niet verschenen.
1.3.
De voorzieningenrechter heeft tijdens de mondelinge behandeling mondeling uitspraak gedaan op grond van artikel 29a lid 5 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Op grond van het zesde lid van voornoemd artikel is vervolgens deze schriftelijke uitwerking opgemaakt.

2.De feiten

2.1.
Het huwelijk van partijen is ontbonden op 6 juli 2017 door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 19 december 2016 in de daartoe bestemde registers.
2.2.
Partijen zijn de ouders van de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats].
2.3.
Partijen oefenen het ouderlijk gezag over de minderjarige gezamenlijk uit.
2.4.
Bij de echtscheidingsbeschikking is het ouderschapsplan opgenomen dat partijen hebben opgesteld en ondertekend op 1 december 2016 c.q. 28 november 2016. Hierin zijn partijen overeengekomen dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vrouw zal zijn.
2.5.
De vrouw heeft een eerdere kortgedingprocedure over een vakantie met de minderjarige ingetrokken, omdat de man tijdens de mondelinge behandeling op 14 juli 2022 had aangegeven toch toestemming te geven voor de vakantie.
2.6.
Bij beschikking van deze rechtbank van 1 mei 2023 is – zover hier relevant – de tussen partijen overeengekomen regeling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna: zorgregeling) opgenomen, inhoudende dat de minderjarige een keer per veertien dagen op zondag van 12:00 tot 19:00 uur contact heeft met de man, waarbij de man haar ophaalt en terugbrengt bij de vrouw. Het contact tussen de man en de minderjarige zal voorzichtig worden opgebouwd en de vrouw zal de eerste keren erbij blijven, vervolgens zal de man voor een paar uurtjes zelf iets leuks gaan doen met de minderjarige, waarna de contactregeling kan ingaan. Partijen hebben met elkaar afgesproken dat zij flexibel zullen omgaan met deze zorgregeling zonder druk uit te oefenen op de minderjarige en dat als zij aangeeft dat zij eerder naar huis wil, de man hieraan gevolg zal geven.

3.Het geschil

3.1.
De vrouw vordert haar vervangende toestemming te verlenen om met de minderjarige in de periode van 17 augustus tot en met 24 augustus 2024 af te reizen naar Mallorca.
3.2.
De man heeft geen verweer gevoerd.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek zal worden verleend.
4.2.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen. Het lijkt erop dat de weigering van de man om toestemming te geven te maken heeft met boosheid van de man op de vrouw. Uit niets is gebleken dat het tegen het belang van de minderjarige zou zijn om een weekje met haar moeder op vakantie naar Mallorca te gaan.
4.2.1.
De vrouw vordert de man te veroordelen in de proceskosten. Deze kosten zijn aan de zijde van de vrouw begroot op:
  • Griffierecht € 87,-
  • Salaris advocaat volgens het liquidatietarief in kort geding € 715,- +
Totaal € 802,-
De rechtbank constateert dat dit de tweede keer is dat de vrouw genoodzaakt is in kort geding vervangende toestemming te vragen voor een vakantie, zonder dat er steekhoudende argumenten naar voren worden gebracht om die toestemming te weigeren. De voorzieningenrechter is daarom van oordeel dat ook in deze “familiezaak” een kostenveroordeling op zijn plaats is. De rechtbank zal de vordering van de vrouw toewijzen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagde;
5.2.
verleent aan de vrouw vervangende toestemming om met de minderjarige af te reizen naar Mallorca in de periode van 17 augustus tot en met 24 augustus 2022;
5.3.
bepaalt dat de in rechtsoverweging 5.1. verleende toestemming strekt ter vervanging van de vereiste toestemming van de man;
5.4.
veroordeelt de man tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de vrouw begroot op € 802,-;
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C.A. de Groot en in het openbaar uitgesproken op 31 juli 2024 en op diezelfde datum uitgewerkt. [1]

Voetnoten

1.type: