Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
hierna te noemen: de vader, wonende in [woonplaats 2] .
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 20 juli 2024, ontvangen op 22 juli 2024;
- de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper van 30 augustus 2024, ontvangen op 2 september 2024.
- [tweede voornaam minderjarige] , die tevens voorafgaand aan de mondelinge behandeling apart is gehoord, met haar advocaat;
- de moeder;
- de vader;
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, mw. [persoon A] en mw. [persoon B] .
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
5.3. Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat er bij [tweede voornaam minderjarige] sprake is van complexe problematiek. Sinds maart 2024 verblijft zij op een gesloten groep bij Schakenbosch. [tweede voornaam minderjarige] heeft in de afgelopen maanden echter stappen gemaakt, waardoor er een prille, positieve ontwikkeling is in haar gedrag en ontwikkeling. [tweede voornaam minderjarige] heeft het naar haar zin op de groep en zij ervaart een positieve klik met de begeleiding. Ook heeft zij een dagbesteding en is haar schoolgang opgestart. Een zorg blijft echter dat [tweede voornaam minderjarige] nog veelvuldig wegloopt vanwege hechtingsproblematiek en traumaklachten, waarbij zij zichzelf mogelijk in onveilige situaties brengt. Ook vertoont zij nog steeds zelfbepalend gedrag. De GI heeft aangegeven dat het op dit moment nog onvoldoende lukt om een stabiele situatie te creëren binnen een open setting en dat een gesloten plaatsing noodzakelijk blijft om het gedrag van [tweede voornaam minderjarige] te stabiliseren en haar patroongedragingen te doorbreken. Uit het verleden is gebleken dat alternatieve plaatsingen de zorgen over haar niet hebben kunnen wegnemen. [tweede voornaam minderjarige] is duidelijk nog gebaat bij de gestructureerde omgeving van de gesloten jeugdhulp. Dit maakt dat voortzetting van haar verblijf op de gesloten groep van Schakenbosch noodzakelijk is. In de afgelopen periode is het diagnostisch onderzoek van start gegaan. De uitkomst van de diagnostiek zal op korte termijn gereed zijn. Naar aanleiding van deze diagnostiek dient er zo snel mogelijk de benodigde hulpverlening voor [tweede voornaam minderjarige] te worden ingezet. Ook dient het toekomstperspectief te worden bepaald.
6.De beslissing
1 november 2024 pro forma;
uiterlijk twee wekenvóór genoemde pro forma datum de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen en, indien het resterende deel van het verzoek wordt gehandhaafd, de verklaring van de gedragswetenschapper, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht, te doen toekomen.
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.