ECLI:NL:RBROT:2024:9362

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 augustus 2024
Publicatiedatum
24 september 2024
Zaaknummer
C/10/682740 / JE RK en C/10/684128 / JE RK 24-1780
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 30 augustus 2024, wordt de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], verlengd tot 28 februari 2025. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (hierna: de GI) om de ondertoezichtstelling te verlengen en een machtiging te verlenen voor gesloten jeugdhulp. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder van [voornaam minderjarige] belast is met het ouderlijk gezag, maar niet aanwezig was tijdens de mondelinge behandeling. De kinderrechter heeft de relevante stukken en het verloop van de procedure in overweging genomen, waaronder eerdere beschikkingen en de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper.

De kinderrechter concludeert dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige], die in een gesloten groep verblijft. Hij heeft zich niet gehouden aan de afspraken van zijn voorwaardelijke machtiging en is in aanraking gekomen met politie en justitie. De kinderrechter oordeelt dat de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging voor gesloten jeugdhulp noodzakelijk zijn om de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] te waarborgen en om te voorkomen dat hij zich aan de jeugdhulp onttrekt. De kinderrechter benadrukt het belang van een passende vervolgplek voor [voornaam minderjarige] na zijn achttiende verjaardag, waarbij de resultaten van het PO-onderzoek van groot belang zijn.

De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummers: C/10/682740 / JE RK 24-1564 en C/10/684128 / JE RK 24-1780
Datum uitspraak: 30 augustus 2024
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,hierna te noemen: de GI, gevestigd te Amsterdam,
over
[minderjarige],
hierna te noemen: [voornaam minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2007 in [geboorteplaats] ,
advocaat: mr. R. Moghni, kantoorhoudende te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[naam moeder],
hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
  • het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 24 juni 2024 , ontvangen op 12 juli 2024 (
  • het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 7 augustus 2024, ontvangen op 12 augustus (
  • het e-mailbericht van de GI van 27 augustus 2024;
  • het e-mailbericht van de moeder van 29 augustus 2024;
  • de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper van 29 augustus 2024, ontvangen op 30 augustus 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 30 augustus 2024. Daarbij waren aanwezig:
  • [voornaam minderjarige] , die tevens voorafgaand aan de mondelinge behandeling apart is gehoord, met zijn advocaat;
  • een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [persoon A] .
1.3.
De moeder is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de moeder wel juist is opgeroepen.
2.
De feiten
2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] .
2.2.
[voornaam minderjarige] verblijft in een gesloten groep op Schakenbosch.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] bij beschikking van 31 augustus 2023 verlengd tot 4 september 2024.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 27 februari 2024 de voorwaardelijke machtiging om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend van 3 maart 2024 tot 3 september 2024.

3.De verzoekenZaaknummer C/10/682740 / JE RK 24-1564

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen tot aan zijn meerderjarigheid, te weten tot 28 februari 2025.
Zaaknummer C/10/684128 / JE RK 24-1780
3.2.
De GI verzoekt een machtiging om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de ondertoezichtstelling.

4.De standpunten

4.1.
De GI handhaaft de verzoeken tijdens de mondelinge behandeling en licht dit als volgt toe. Er zijn nog grote zorgen aanwezig over [voornaam minderjarige] . [voornaam minderjarige] heeft zich in de afgelopen periode niet gehouden aan de afspraken in het kader van zijn voorwaardelijke machtiging. In de afgelopen periode hebben zich meerdere incidenten plaatsgevonden op de groep. Ook is [voornaam minderjarige] weer in aanraking gekomen met politie en justitie. [voornaam minderjarige] verblijft daarom op dit moment op een gesloten groep bij Schakenbosch. In de afgelopen maanden is het verblijf van [voornaam minderjarige] op de groep over het algemeen positief verlopen. [voornaam minderjarige] maakt echter nog niet altijd de juiste keuzes en ook de doelopdrachten verlopen nog niet altijd goed. Recent heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de GI en [voornaam minderjarige] over zijn toekomstperspectief. [voornaam minderjarige] wil zich graag nuttig voelen en dit gevoel ontbreekt bij hem in de huidige situatie. Dit leidt tot frustratie bij [voornaam minderjarige] , waardoor hij soms nog wegloopt van de groep. Het is daarom belangrijk dat [voornaam minderjarige] in de komende periode op zoek gaat naar een baan die bij hem past, zodat hij zich nuttig voelt. In februari 2025 wordt [voornaam minderjarige] achttien jaar. Het PO-onderzoek is reeds van gestart gegaan. De komende periode moet worden benut om op zoek te gaan naar een passende vervolgplek voor [voornaam minderjarige] waar hij zelfstandig kan gaan wonen en de benodigde begeleiding krijgt. Hierin is de conclusie vanuit het PO-onderzoek van groot belang. De verwachting is dat het onderzoek binnen enkele maanden wordt afgerond. Het uitgangspunt is een vorm van begeleid wonen, waarbij [voornaam minderjarige] een deel zelfstandig woont en een deel begeleiding krijgt bij praktische zaken. De GI benadrukt dat er daarnaast ook gekeken wordt naar een WLZ-indicatie.
4.2.
Door en namens [voornaam minderjarige] wordt tijdens de mondelinge behandeling ingestemd met het verzoek van de GI. De advocaat van [voornaam minderjarige] benadrukt dat er in de afgelopen periode een positieve ontwikkeling bij [voornaam minderjarige] zichtbaar is. Hij zit op zijn plek op de huidige groep en wordt zich steeds meer bewust van zichzelf en van zijn gedrag. In de afgelopen periode is nog sprake geweest van wegloopgedrag, aangezien [voornaam minderjarige] soms behoefte heeft aan vrijheid. [voornaam minderjarige] wordt begin volgend jaar achttien jaar oud. Het is belangrijk dat de komende periode intensief benut wordt om, middels de resultaten uit het PO-onderzoek, [voornaam minderjarige] te begeleiden naar een passende plek waar hij zelfstandig kan gaan wonen en waar hij de nodige ondersteuning kan krijgen bij praktische zaken. Ook is het belangrijk dat [voornaam minderjarige] op zoek gaat naar een baan die hij leuk vindt.

5.De beoordeling

5.1. Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Er is ook geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengen tot aan zijn meerderjarigheid, te weten tot 28 februari 2025 (artikel 1:260, eerste lid, BW).
5.2.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2. tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Naar het oordeel van de kinderrechter is hier sprake van.
5.3.
Uit de overgelegde stukken en mondelinge behandeling blijkt dat [voornaam minderjarige] nog ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. [voornaam minderjarige] heeft in zijn jonge leven al veel meegemaakt. Sinds de start van de ondertoezichtstelling was [voornaam minderjarige] tien jaar oud en in de afgelopen jaren heeft hij op veel verschillende plekken verbleven. [voornaam minderjarige] is een kwetsbare jongen met een licht verstandelijke beperking, waarbij sprake is van gedragsproblematiek. [voornaam minderjarige] heeft zich in de afgelopen periode niet goed gehouden aan de afspraken van zijn voorwaardelijke machtiging tot gesloten jeugdhulp. Zo is hij opnieuw in aanraking is gekomen met politie en justitie. Ook hebben er meerdere incidenten plaatsgevonden op verschillende groepen en blijft er sprake van wegloopgedrag. [voornaam minderjarige] is daardoor op een gesloten groep is geplaatst bij Schakenbosch. In de afgelopen maanden is er wel een positieve ontwikkeling zichtbaar bij [voornaam minderjarige] . Hij wordt zich steeds meer bewust van zijn gedragsproblematiek. Ook is hij gemotiveerd op zoek naar een baan. Het PO-onderzoek is reeds van start gegaan. Aangezien [voornaam minderjarige] in de komende periode de leeftijd van achttien jaar zal bereiken, dient er een passende vervolgplek voor [voornaam minderjarige] te komen. De conclusie uit het PO-onderzoek zal daarbij van groot belang zijn. De verwachting is dat het onderzoek binnen twee maanden wordt afgerond. Gelet op de huidige situatie en de nog steeds aanwezige zorgen is op dit moment een verblijf op een open setting niet haalbaar, wat ook blijkt uit de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper. De kinderrechter acht het dan ook in het belang van [voornaam minderjarige] noodzakelijk dat de gesloten plaatsing gecontinueerd wordt tot aan zijn meerderjarigheid.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 28 februari 2025;
6.2.
verleent de machtiging om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, met ingang van 3 september 2024 tot 28 februari 2025;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 30 augustus 2024, in aanwezigheid van A.L.I. Janssens als griffier, en op schrift gesteld op 6 september 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.