Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de man,
- de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), in zijn adviserende rol, vertegenwoordigd door [naam 3] .
2.De vaststaande feiten
3.De beoordeling
- de minderjarigen bij man verblijven iedere week op zondag 10.00-17.00 uur waarbij man haalt en brengt alsmede
- dat de minderjarigen gedurende de schoolvakanties bij de man verblijven twee dagen per vakantieweek, zulks in onderling overleg vast te stellen met de vrouw,
nauwgezetdient na te komen. Als dit de man niet lukt, is een minder frequente regeling die hij wel stipt nakomt, meer in het belang van de minderjarigen omdat iedere keer als de man niet komt opdagen, dit voor de minderjarigen een teleurstelling is. De rechtbank heeft de man erop gewezen dat het maken van een afspraak over de zorgregeling niet vrijblijvend is en dat de vrouw eventueel als de man zich niet aan de afspraak houdt, aan de rechter kan vragen een dwangmiddel te bepalen.