4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 12 november 2021 te Rotterdam,
door geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen
die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
- brengen en houden van zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer]
,
- brengen van zijn, verdachtes, penis in de anus van die [slachtoffer]
,
- duwen en houden van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer]
, en
- laten zuigen aan zijn, verdachtes, penis, door die [slachtoffer] ,
het geweld of een andere feitelijkheid heeft bestaan uit het
- duwen van die [slachtoffer] en (vervolgens) het op slot doen van de deur van de
woning van die [slachtoffer] ,
- voorover duwen van die [slachtoffer] ,
- dwingend tegen die [slachtoffer] zeggen: “Ga gebukt staan” en “Trek je
onderbroek en nachthemd uit” en “Ga op de stoel zitten” en “Draai je om”
en “Dit blijft ons geheim”,
- brengen van zijn, verdachtes, hand over de mond van die [slachtoffer]
,
- vastpakken met zijn handen van de zij van
die [slachtoffer] ,
- vastpakken en vasthouden en (vervolgens) heen en weer bewegen van het
hoofd van die [slachtoffer] ,
- voorbij gaan aan de verbale protesten van die [slachtoffer] , en
- een dermate dreigende situatie creëren waarin die [slachtoffer] zich niet durfde te verzetten tegen en/ onttrekken aan de seksuele handelingen van
verdachte en daaraan geen weerstand kon en durfde te bieden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.