In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 september 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen BIO OIL DEVELOPMENT GMBH (hierna: Bio Oil) en GREENCHARGE (MJS) TRADING LTD (hierna: Greencharge). Bio Oil heeft 260,69 ton used cooking oil (UCO) gekocht van Greencharge, maar beschikt niet over de benodigde documenten om de lading af te halen. Bio Oil vordert in kort geding onder andere een machtiging om de UCO te kunnen afhalen, maar de voorzieningenrechter wijst deze vordering af. De rechter oordeelt dat de gevorderde machtiging en indeplaatsstelling niet verenigbaar zijn met het belang dat in het internationale handelsverkeer toekomt aan een cognossement. De vordering tot levering van de lading wordt echter toegewezen, omdat Greencharge erkent dat Bio Oil recht heeft op de levering van de UCO, maar tot op heden in gebreke is gebleven om de juiste documenten te overhandigen. De voorzieningenrechter legt een dwangsom op aan Greencharge voor het geval zij niet aan de veroordeling tot levering voldoet. Daarnaast worden de beslagkosten en proceskosten aan Greencharge opgelegd.