Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1], en
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 december 2023, met bijlagen;
- de conclusie van antwoord, met bijlagen;
- de brief van 29 augustus 2024 van de gemachtigde van [gedaagden], met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 oktober 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Havensteder en twee gedaagden, die een nieuwbouwwoning huren. De gedaagden hebben de Huurcommissie verzocht om de huurprijs tijdelijk te verlagen vanwege ernstige onderhoudsgebreken, specifiek lekkage in de slaapkamers. De Huurcommissie heeft besloten de huurprijs te verlagen van € 754,09 naar € 301,64 per maand, met terugwerkende kracht vanaf 1 september 2022. Havensteder betwistte de huurprijsverlaging en stelde dat er geen ernstig gebrek was, maar slechts recht op een huurkorting van 10%.
Tijdens de mondelinge behandeling op 3 september 2024 heeft de kantonrechter de klachten van de gedaagden over de lekkage gehoord. De gedaagden hebben aangetoond dat de lekkage hun woongenot aanzienlijk verstoort, met vochtplekken, schimmelvorming en geurproblemen als gevolg. Havensteder heeft geen adequate actie ondernomen om het probleem op te lossen, ondanks herhaalde klachten van de gedaagden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden recht hebben op een huurkorting van 60% totdat de lekkage is verholpen.
De kantonrechter heeft Havensteder veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, vastgesteld op € 510,-, en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.M. van Kalmthout.