4.2.1.Standpunt verdediging
De verdachte moet integraal worden vrijgesproken van dit feit vanwege het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Daartoe is het volgende aangevoerd. Niet kan worden bewezen dat het opzet van de verdachte gericht was op de (gezamenlijke) invoer. Er is geen link tussen de verdachte en de bron- of switchcontainer dan wel de partij verdovende middelen. De verdachte heeft verklaard dat hij op het haventerrein aanwezig was omdat hij op zoek was naar elektronische goederen. Hij heeft verklaard niets te weten van de partij verdovende middelen. De verdachte heeft verklaard ook niet in de hotelcontainer te zijn geweest. Dat DNA van de verdachte op een flesje water in de hotelcontainer is aangetroffen betekent niet dat hij dus betrokken is geweest bij de invoer van verdovende middelen. Hij had uit een flesje water gedronken toen hij toevallig iemand tegenkwam op het haventerrein, die het flesje daarna had meegenomen.
Verder kan het medeplegen niet worden bewezen, omdat niet uit het dossier kan worden opgemaakt dat sprake was van enige samenwerking met de medeverdachten.
De verdediging heeft zich ten aanzien van het tweede feit gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Verzocht is om de verdachte partieel vrij te spreken van het onderdeel medeplegen.
4.2.2.Beoordeling
Vaststaande feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat uit van de volgende, aan de wettige bewijsmiddelen ontleende, feiten en omstandigheden.
Broncontainer
Op 3 maart 2022 om 02:47 uur werden bij een douanescan afwijkende vormen gezien in de lading van een container met nummer [containernummer 1] (hierna: de broncontainer), welke was geplaatst op het containerstack DDE van Hutchison Ports ECT Delta op de Maasvlakte. De container was afkomstig uit Ecuador en geladen met dozen met bananen. De container werd om 03:57 uur ter controle in het inspectievak geplaatst. Na opening van de deur van de container werd vastgesteld dat er dozen met bananen ontbraken. Voorafgaand aan de controle stond de broncontainer in stack 278.
Aanhoudingen verdachten
Na de inspectie van de broncontainer heeft de douane omstreeks 04:00 uur opdracht gegeven om het stackgedeelte ter hoogte van de stacks 277, 278 en 279 af te zetten. Omstreeks 05:20 uur werden door douaneambtenaren ongeveer zeven personen gesignaleerd. Zij zagen dat deze personen in het donker waren gekleed en van stack 278 naar stack 277 renden. Bij achtervolging van deze groep werd omstreeks 05:20 uur de medeverdachte [medeverdachte 1] aangehouden in stack 268. Tijdens een zoekslag in het stackgedeelte tussen de stacks 278 en 260 werd omstreeks 06:30 uur de medeverdachte [medeverdachte 2] aangehouden in stack 262. De verdachte is samen met de medeverdachten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] omstreeks 06:40 uur aangehouden in een lege container ( [containernummer 2] ) in stack 263. Omstreeks 11:55 uur werd in stack 278 de medeverdachte [medeverdachte 6] aangehouden.
Switchcontainer
Tijdens de zoekslag werden in stack 278 verse sporen van voetstappen en sleepsporen in het grind gesignaleerd. Deze sporen startten vanaf de transferplaats waar de broncontainer had gestaan en leidden naar stackpositie 278, rij 9/10, positie 4. Op deze positie had eerder die nacht een container met nummer [containernummer 3] (hierna: switchcontainer) gestaan. Deze container was omstreeks 04:34 uur vanaf die positie verplaatst naar een andere positie binnen hetzelfde stack 278. In de switchcontainer zijn – naast dozen met bananen – 23 balen aangetroffen met in totaal 1436 pakketten cocaïne. De dozen met bananen in deze container waren identiek aan de dozen met bananen uit de broncontainer.
Hotelcontainer
Tijdens de zoekslag werd ook in stack 278 een container aangetroffen met nummer [containernummer 4] (hierna: hotelcontainer). In deze hotelcontainer werden diverse goederen aangetroffen, waaronder proviand, lege drinkflesjes, matrassen, rugtassen, gereedschap en intacte barrierseals. Ook lag er een peilbaken in de container. Er werd in de hotelcontainer tevens een afgeknipt zegel met nummer [containernummer 5] gevonden. Dit zegel behoorde toe aan de broncontainer.
Van de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] is DNA-materiaal aangetroffen op verschillende drinkflesjes in de hotelcontainer.
Betrokkenheid van de verdachte
De verdachte is samen met [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] in de lege container ( [containernummer 2] ) aangehouden. In de hotelcontainer is DNA-materiaal van de verdachte aangetroffen op een drinkflesje. Ook van [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] is DNA aangetroffen op drinkflesjes. De rechtbank leidt hieruit af dat de verdachte en deze medeverdachten in de hotelcontainer hebben verbleven. Hoewel een drinkflesje een verplaatsbaar object is, maakt het evident onderdeel uit van de uitrusting van de hotelcontainer en er is geen logische andere verklaring voor de aanwezigheid van deze flesjes in de container. De verklaring van de verdachte dat hij het flesje van een willekeurige voorbijganger op het haventerrein had gekregen, er een slokje uit had gedronken en weer had teruggegeven, is op zichzelf al ongeloofwaardig, zodat de rechtbank deze terzijde schuift.
In diezelfde hotelcontainer lag een afgeknipt zegel welke toebehoorde aan de broncontainer, waaruit de rechtbank afleidt dat de personen in de hotelcontainer betrokken zijn geweest bij de verbreking van dit zegel en de uithaal van de broncontainer.
Uit de sporen in het grind blijkt vervolgens een duidelijke link tussen de broncontainer en de switchcontainer waarin de drugs zijn aangetroffen. Ook waren de dozen bananen in de switchcontainer identiek aan de dozen bananen in de broncontainer, zodat de rechtbank vaststelt dat deze dozen uit de broncontainer afkomstig zijn. Ook hadden zowel de broncontainer als de switchcontainer een nieuw zegel gekregen met hetzelfde nummer. Daar komt bij dat zowel de broncontainer als de switch- en hotelcontainer in hetzelfde stack 278 waren gepositioneerd. De rechtbank is van oordeel dat op grond van de voornoemde omstandigheden de verdachte betrokken is geweest bij de uithaal en switch en dus bij de (verlengde) invoer van de partij cocaïne van 1434 kilogram.
De verdachte heeft verklaard dat hij op het haventerrein aanwezig was omdat hij in zijn eentje – willekeurig – op zoek was naar telefoons. De rechtbank gaat hier niet in mee. Het is op zichzelf al niet geloofwaardig dat men op een groot haventerrein met afgesloten containers willekeurig op zoek gaat naar telefoons, zonder te weten in welke container die zich bevinden. Bovendien wordt dit verweer weerlegd door de voorgaande overwegingen en de daaraan ten grondslag liggen bewijsmiddelen.
Er moeten ook anderen betrokken zijn geweest bij de invoer van de container en het verplaatsen van de drie betrokken containers naar hetzelfde stack. Als uithaler is de verdachte een essentiële schakel in de keten van het invoertraject geweest en heeft hij met zijn handelen een wezenlijke bijdrage geleverd aan de invoer van cocaïne in Nederland. Hieronder moet ook worden begrepen het verrichten van handelingen gericht op het verdere vervoer, de opslag en de aflevering van verdovende middelen, zoals omschreven in artikel 1, vierde lid, van de Opiumwet, de verlengde invoer.
Dat de verdachte niet alleen heeft geopereerd volgt ook uit het feit dat hij met medeverdachten werd aangehouden en dat ook het DNA van twee van hen is aangetroffen in de hotelcontainer. Daar komt bij dat het hier gaat om een grote partij drugs die in een kort tijdsbestek moet zijn uitgehaald (het tijdvak tussen ongeveer 03:00 uur – de douanescan – en 04:00 uur – de inspectie –), wat erop duidt dat men moet hebben samengewerkt om alle pakketten te tillen en te verplaatsen. De verdachte en de medeverdachten hebben dus in nauwe en bewuste samenwerking handelingen verricht die waren gericht op de (verlengde) invoer van de cocaïne.
Gelet op het voorgaande is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de invoer van cocaïne en daarmee ook dat hij tezamen en in vereniging met anderen wederrechtelijk heeft verbleven op het haventerrein.