Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 3 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan acht maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar;
- oplegging van een maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, te weten een locatieverbod voor de havengebieden van Rotterdam, Amsterdam, IJmuiden, Vlissingen en Groningen voor drie jaar, met vervangende hechtenis voor de duur van twee weken per overtreding (met een maximum van zes maanden), en dadelijke uitvoerbaarheid van die maatregel.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
taakstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
0 (nul) urente verrichten taakstraf resteert;