Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal houden aan de voorwaarden zoals door de reclassering geformuleerd alsmede dat die bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar worden verklaard;
- een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 18 maanden.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1.(primair) en 2
de eendaadse samenloop van poging zware mishandeling en bedreiging met zware mishandeling;
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
Het voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
- 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 45, 55, 57, 285 en 302 van het Wetboek van Strafrecht;
- 5, 7, 176 en 177 van Wegenverkeerswet 1994.
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van tien (10) maanden,
vijf (5) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
achttien (18) maanden;
(meermalen) met zijn, verdachtes, auto in de richting van en/of tegen de motor van [slachtoffer] is gereden;