ECLI:NL:RBROT:2024:9183

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 september 2024
Publicatiedatum
19 september 2024
Zaaknummer
83-337558-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opslag en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 september 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.H. Weermeijer-Patist. De officier van justitie, mr. K. Broere, had gevorderd tot een gevangenisstraf van zes maanden voorwaardelijk en een taakstraf van 180 uren. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte, die een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk in de garagebox van zijn grootmoeder had opgeslagen, een onverantwoord risico voor de veiligheid van omwonenden heeft gecreëerd. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn rol als kostwinner en het feit dat hij in de afgelopen vijf jaar niet eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 200 uren. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 83-337558-22
Datum uitspraak: 3 september 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor economische strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres],
raadsman mr. J.H. Weermeijer-Patist, advocaat te Leiden.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 3 september 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. K. Broere heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
  • een taakstraf voor de duur van 180 uren met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Standpunt verdediging
Een groot deel van de inbeslaggenomen vuurwerk was onbruikbaar wegens een defecte lont en is daarom geen professioneel vuurwerk als bedoeld in het Vuurwerkbesluit.
4.2.
De beoordeling
Volgens onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut naar het inbeslaggenomen vuurwerk is het professioneel vuurwerk. Hoewel de lonten van een deel van het onderzochte vuurwerk ondeugdelijk waren, kan het vuurwerk tot ontploffing worden gebracht, bijvoorbeeld als aan vuur of hitte wordt blootgesteld of als de lont wordt vervangen. De rechtbank verwerpt daarom het verweer.
Het ten laste gelegde zal zonder verdere bespreking wettig en overtuigend bewezen worden verklaard, aangezien de verdachte het ten laste gelegde heeft bekend en dit wordt ondersteund door de bewijsmiddelen in het dossier.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij,
op 27 december 2022, te Katwijk,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
meer stuks knalvuurwerk (Cobra 6 en Big Thunder) en
éénCobra 8 en
- meer stuks Shells
heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad in een garagebox aan de [straatnaam].
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
opzettelijk overtreden van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft een enorme hoeveelheid zwaar professioneel en consumentenvuurwerk opgeslagen in de garagebox van zijn grootmoeder. Door aldus te handelen heeft de verdachte een onverantwoord risico in het leven geroepen voor de veiligheid en de gezondheid voor omwonenden in het algemeen en in het bijzonder voor de personen die boven de garagebox wonen. Indien het vuurwerk tot ontbranding was gekomen, zouden de gevolgen voor hen desastreus kunnen zijn geweest.
De rechtbank rekent het de verdachte aan, dat hij zich hiervan bewust was en dat hij desondanks het vuurwerk buiten medeweten van zijn grootmoeder in haar garagebox heeft bewaard.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Uit het strafblad van de verdachte blijkt dat hij in de afgelopen vijf jaar niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
De verdediging heeft verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte is de kostwinner van het gezin en werkte (als ZZP-er) als vrachtwagenchauffeur. Door schulden heeft hij zijn vrachtwagen moeten verkopen om het hoofd boven water te houden. Voorts heeft hij twee jaar lang in onzekerheid gezeten over zijn strafzaak.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gezien de ernst van het feit en gelet op de straffen die doorgaans in soortgelijke zaken worden opgelegd is in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. De rechtbank zal echter afzien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Daarbij heeft de rechtbank rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, met het tijdsverloop en met de omstandigheid dat de verdachte sindsdien niet opnieuw in aanraking is gekomen met politie en justitie. Daarom wordt in plaats daarvan een voorwaardelijke gevangenisstraf voor kortere duur dan door de officier van justitie gevorderd opgelegd, met een proeftijd van twee jaar. Dit dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden om in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Gelet op de ernst van het bewezenverklaarde wordt naast de voorwaardelijke gevangenisstraf ook een taakstraf opgelegd voor een langere duur dan door de officier van justitie is gevorderd.
De rechtbank acht de hierna te noemen straffen passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen:
  • 14a, 14b, 14c, 22 en 22d van het Wetboek van Strafrecht;
  • 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
  • 1.2.2, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit (oud);
  • 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan en spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders ten laste is gelegd;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van vier (4) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van tweehonderd (200) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek honderd vierennegentig (194) uren te verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van zevenennegentig (97) dagen;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, dat bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Klomp, voorzitter,
en mrs. E.M. Havik en H.J. de Kraker, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.P. Eekhout, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 3 september 2024.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij,
op of omstreeks 27 december 2022, te Katwijk, in elk geval te Nederland,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
- één of meer stuks knalvuurwerk (Cobra 6 en/of Cobra 8 en/of Big Thunder) en/of
- één of meer stuks Shells
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad in een garagebox aan de [straatnaam].