ECLI:NL:RBROT:2024:9169

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 september 2024
Publicatiedatum
18 september 2024
Zaaknummer
C/10/668575 / HA ZA 23-972
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake kennelijke schrijffouten in eerder vonnis tussen [persoon A] c.s. en Visserijbedrijf

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 11 september 2024 een herstelvonnis gewezen in de procedure tussen [persoon A] c.s. en Visserijbedrijf. De zaak betreft een verzoek tot verbetering van een eerder vonnis dat op 28 augustus 2024 was gewezen. De advocaat van Visserijbedrijf, mr. L.P.J. Krijgsman, heeft de rechtbank verzocht om twee kennelijke schrijffouten in het vonnis te corrigeren. Het ging om de termen 'gebod' en 'gebiedt', die in de context van de vordering van Visserijbedrijf niet correct waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze fouten inderdaad kennelijk waren en heeft besloten om deze aan te passen in het herstelvonnis. De rechtbank heeft bepaald dat in rechtsoverweging 4.14 'gebod' moet worden gewijzigd in 'verbod' en in rechtsoverweging 5.2 'gebiedt' moet worden gewijzigd in 'verbiedt'. Tevens is gelast dat partijen de ontvangen documenten van het eerdere vonnis aan de griffie moeten retourneren. Dit herstelvonnis is openbaar uitgesproken door mr. Th. Veling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/668575 / HA ZA 23-972
Herstelvonnis van 11 september 2024
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf A] .,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[persoon A],
wonende te [woonplaats] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. B. van Leeuwen te Goes,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[V.O.F. A],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. L.P.J. Krijgsman te Hardinxveld-Giessendam.
Partijen worden hierna [persoon A] c.s. en Visserijbedrijf genoemd.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij brief van 2 september 2024 heeft mr. Krijgsman namens Visserijbedrijf de rechtbank verzocht om verbetering van het op 28 augustus 2024 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat in rechtsoverweging 4.14 “gebod” wordt gewijzigd in “verbod” en in rechtsoverweging 5.2 “gebiedt” wordt gewijzigd in “verbiedt”.
1.2.
Bij e-mail van 4 september 2024 heeft mr. J.J. Blaak-Looij (namens mr. Van Leeuwen) namens [persoon A] c.s. aan de rechtbank bericht met dit verzoek in te stemmen.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank is van oordeel dat in het vonnis van 28 augustus 2024 sprake is van een kennelijke fout als bedoeld in artikel 31 lid 1 Rv, die zich voor eenvoudig herstel leent.
2.2.
Visserijbedrijf heeft in reconventie gevorderd dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, “ [bedrijf A] . en [persoon A] verbiedt om direct of indirect in concurrentie te treden met Visserijbedrijf (…)”.
2.3.
Visserijbedrijf stelt terecht dat “gebod” in rechtsoverweging 4.14 en “gebiedt” in rechtsoverweging 5.2 van het vonnis van 28 augustus 2024 kennelijke schrijffouten zijn, nu Visserijbedrijf in reconventie een
verbod heeft gevorderd en de rechtbank in rechtsoverweging 4.14 oordeelt dat die vordering wordt toegewezen.
2.4.
Ter verbetering zal de rechtbank dan ook rechtsoverweging 4.14 en 5.2 dienovereenkomstig aanpassen.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat rechtsoverweging 4.14 van het op 28 augustus 2024 tussen [persoon A] c.s. en Visserijbedrijf gewezen vonnis, waar staat “gebod” wordt gewijzigd in “verbod”,
3.2.
bepaalt dat rechtsoverweging 5.2 van het op 28 augustus 2024 tussen [persoon A] c.s. en Visserijbedrijf gewezen vonnis, waar staat “gebiedt” wordt gewijzigd in “verbiedt”,
3.3.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 11 september 2024 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 28 augustus 2024,
3.4.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 28 augustus 2024 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2024.
3242/1980