ECLI:NL:RBROT:2024:9145

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 augustus 2024
Publicatiedatum
18 september 2024
Zaaknummer
C/10/682284 / JE RK 24-1475
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige met afwezigheid van contact met de moeder

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 14 augustus 2024, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2012, besproken. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, die het verzoek indient om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen. De ouders van de minderjarige zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de minderjarige woont bij haar vader. De kinderrechter heeft de relevante stukken in de procedure meegenomen, waaronder een verzoekschrift en een tussenevaluatieverslag. Tijdens de mondelinge behandeling, die op 14 augustus 2024 plaatsvond, waren vertegenwoordigers van de GI aanwezig, maar de ouders zijn niet verschenen, hoewel zij correct waren opgeroepen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd, voornamelijk door het gebrek aan contact met de moeder. Ondanks de inspanningen van de GI om het contact te verbeteren, blijft de situatie onrustig. De kinderrechter besluit de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen voor de duur van drie maanden, met de mogelijkheid om de beslissing over het resterende deel van het verzoek aan te houden tot een pro forma datum. De kinderrechter verzoekt de GI om uiterlijk twee weken voor deze datum een rapportage in te dienen over de huidige stand van zaken.

De beschikking is openbaar uitgesproken en de mogelijkheid tot hoger beroep is aangegeven, waarbij belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak of betekening van de beschikking in beroep kunnen gaan.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team jeugd
Zaaknummer: C/10/682284 / JE RK 24-1475
Datum uitspraak: 14 augustus 2024
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, gevestigd te Dordrecht,
hierna te noemen: de GI,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2012 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats 1] ,
[naam vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats 2] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 27 juni 2024;
  • het tussenevaluatieverslag speltherapie van 12 juli 2024, ontvangen op 29 juli 2024;
  • het e-mailbericht van de vader van 8 augustus 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 14 augustus 2024. Daarbij waren aanwezig:
- twee vertegenwoordigers van de GI, mw. [persoon A] en mw. [persoon B] .
De vader en de moeder zijn niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de vader en de moeder wel juist zijn opgeroepen.
Bij e-mailbericht van 8 augustus 2024 heeft de vader aangegeven verhinderd te zijn. De vader is het eens met het verzoek van de GI.
1.3.
De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige] naar haar mening gevraagd. [voornaam minderjarige] heeft hierover een brief gestuurd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [voornaam minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] .
2.2.
[voornaam minderjarige] woont bij haar vader.
2.3.
Bij beschikking van 8 augustus 2023 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot 21 augustus 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van zes maanden waarvan drie maanden aan te houden om te bezien wat de actuele situatie is, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

4.De standpunten

4.1.
De GI handhaaft ter zitting het verzoek en licht dit als volgt toe. De GI verzoekt een korte verlenging van de ondertoezichtstelling om verder toe te werken naar het vrijwillig kader en een zorgregeling vast te stellen die ook na de ondertoezichtstelling van toepassing blijft. Ten aanzien van de overige zaken is alles geregeld tot aan de meerderjarigheid van [voornaam minderjarige] . Daarnaast heeft de GI het afgelopen jaar het maximale gedaan om contact te krijgen met de moeder, maar de moeder houdt dat contact af.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.2.
[voornaam minderjarige] wordt nog ernstig in haar ontwikkeling bedreigd. De ontwikkelingsbedreiging is met name gelegen in (de afwezigheid van) het contact met de moeder. [voornaam minderjarige] heeft weinig tot geen contact met de moeder, hoewel [voornaam minderjarige] dat wel wil. Er worden omgangsafspraken gemaakt, maar de moeder komt deze afspraken niet na. Daarnaast heeft de GI zich het afgelopen jaar ingezet om contact te krijgen met de moeder en het contact tussen [voornaam minderjarige] en de moeder te verbeteren. Ondanks de inspanningen is dit niet gelukt en blijft de situatie rondom de moeder onrustig. Positief is dat [voornaam minderjarige] zich goed ontwikkelt en het thuis bij de vader goed gaat. De komende maanden zal de GI zich gaan inzetten op het waarborgen van een goede zorgregeling om de overstap naar het vrijwillig kader bij de vader thuis te kunnen maken.
5.3.
Om te bezien wat over enkele maanden de stand van zaken is, zal de kinderrechter de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengen voor de duur van drie maanden (artikel 1:260, eerste lid, BW). De beslissing op het resterende deel van het verzoek van de GI zal worden aangehouden tot de hierna te noemen pro froma datum.
5.4.
De kinderrechter verzoekt de GI om uiterlijk twee weken voor de hierna te noemen pro forma datum een rapportage te doen toekomen (met afschrift aan de belanghebbenden) omtrent de dan huidige stand van zaken en daarbij te vermelden of het resterende deel van het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 21 november 2024;
6.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad
en alvorens verder te beslissen:
6.3.
houdt de beslissing voor het overige verzochte aan en bepaalt dat de behandeling van de zaak wordt aangehouden tot
1 november 2024 pro forma;
6.4.
bepaalt dat de GI en de belanghebbenden op de genoemde pro forma datum niet ter zitting behoeven te verschijnen;
6.5.
verzoekt de GI
uiterlijk twee wekenvoor de genoemde pro forma datum de kinderrechter (met afschrift daarvan aan de belanghebbenden) de verzochte rapportage te doen toekomen.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2024 door mr. A.M.I. van der Does, kinderrechter, in aanwezigheid van L.N. van Geest als griffier, en op schrift gesteld op 23 augustus 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.