In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 14 augustus 2024, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2012, besproken. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, die het verzoek indient om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen. De ouders van de minderjarige zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de minderjarige woont bij haar vader. De kinderrechter heeft de relevante stukken in de procedure meegenomen, waaronder een verzoekschrift en een tussenevaluatieverslag. Tijdens de mondelinge behandeling, die op 14 augustus 2024 plaatsvond, waren vertegenwoordigers van de GI aanwezig, maar de ouders zijn niet verschenen, hoewel zij correct waren opgeroepen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd, voornamelijk door het gebrek aan contact met de moeder. Ondanks de inspanningen van de GI om het contact te verbeteren, blijft de situatie onrustig. De kinderrechter besluit de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen voor de duur van drie maanden, met de mogelijkheid om de beslissing over het resterende deel van het verzoek aan te houden tot een pro forma datum. De kinderrechter verzoekt de GI om uiterlijk twee weken voor deze datum een rapportage in te dienen over de huidige stand van zaken.
De beschikking is openbaar uitgesproken en de mogelijkheid tot hoger beroep is aangegeven, waarbij belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak of betekening van de beschikking in beroep kunnen gaan.