In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 14 augustus 2024, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2008, behandeld. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die verzoekt om een verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De moeder van de minderjarige is belast met het ouderlijk gezag, maar heeft ervoor gekozen niet meer voor haar kind te zorgen, wat heeft geleid tot een ontwikkelingsbedreiging voor de minderjarige.
De kinderrechter heeft de relevante stukken in de procedure meegenomen, waaronder eerdere beschikkingen en adviezen van de Raad voor de Kinderbescherming. Tijdens de mondelinge behandeling, die met gesloten deuren plaatsvond, was de moeder niet aanwezig, maar de kinderrechter constateerde dat zij correct was opgeroepen. De minderjarige heeft aangegeven dat het goed met haar gaat en dat zij in het gezinshuis wil blijven wonen. De kinderrechter oordeelt dat de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing zijn vervuld, en dat dit in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige is.
De kinderrechter besluit om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 31 mei 2025, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoeker en andere belanghebbenden binnen de gestelde termijnen.