ECLI:NL:RBROT:2024:9117

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 augustus 2024
Publicatiedatum
18 september 2024
Zaaknummer
11177920 VV EXPL 24-324
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Buitengerechtelijke ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning na explosies

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 augustus 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Havensteder en twee gedaagden, die gehuwd zijn en sinds 5 april 1995 een woning huren van de eiseres. De zaak is ontstaan na meerdere explosies bij de woning, die hebben geleid tot een noodbevel van de burgemeester tot sluiting van de woning. De burgemeester heeft op 2 juni 2024 opnieuw besloten de woning te sluiten na een derde explosie, wat de eiseres heeft doen besluiten de huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. Eiseres vordert in deze procedure de ontruiming van de woning door de gedaagden, die niet allemaal zijn verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de sluiting van de woning door de burgemeester voldoende grond biedt voor de buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst. De rechter heeft de belangen van de eiseres, die verantwoordelijk is voor de veiligheid van de omwonenden, afgewogen tegen de belangen van gedaagde sub 2, die stelt dat de situatie niet haar schuld is. De kantonrechter oordeelt dat de vordering tot ontruiming gerechtvaardigd is, gezien de ernst van de situatie en de impact op de leefbaarheid in de buurt. De gedaagden zijn veroordeeld om binnen veertien dagen de woning te ontruimen en de proceskosten te betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11177920 VV EXPL 24-324
datum uitspraak: 6 augustus 2024
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting Havensteder,
vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. Y.F. Rijswijk,
tegen

1.[gedaagde 1],

woonplaats: [plaatsnaam],
gedaagde,
die niet is verschenen,
2. [gedaagde 2],
woonplaats: [plaatsnaam],
gedaagde,
gemachtigde: mr. B. Temeltasch.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 9 juli 2024, met bijlagen;
  • de brief van 7 juni 2024 die door gedaagde sub 2 is overgelegd;
  • de spreekaantekeningen van de gemachtigde van gedaagde sub 2.
1.2.
Op 31 juli 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken. Namens eiseres is verschenen [naam] (bedrijfsjurist) met de gemachtigde mr. Y.F. Rijswijk. Gedaagde sub 2 is verschenen met de gemachtigde mr. B. Temeltasch. Gedaagde sub 1 is zonder bericht niet verschenen.

2.De feiten

2.1.
Gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2 zijn gehuwd. Zij huren sinds 5 april 1995 van (de rechtsvoorganger van) eiseres de woning aan het adres [adres] (hierna ‘de woning’).
2.2.
Bij de woning van gedaagden is driemaal een explosief afgegaan en éénmaal is een poging daartoe gedaan. De eerste keer was op 4 augustus 2023. De burgemeester van de gemeente Rotterdam heeft daarop een noodbevel tot sluiting van de woning gegeven voor de duur van één maand.
2.3.
De burgemeester heeft het noodbevel op 28 augustus 2023 voortijdig opgeheven. In plaats daarvan is een camera geplaatst. De camera is op 4 september 2023 verwijderd. Op 5 september 2023 was er een nieuwe explosie bij de woning. De burgemeester heeft opnieuw een noodbevel tot sluiting van de woning voor de duur van één maand afgegeven. Het noodbevel is daarna een paar keer met een maand verlengd. Op 4 december 2023 heeft de burgemeester de sluiting een laatste keer met een maand verlengd.
2.4.
In de nacht van 2 juni 2024 was er een derde explosie bij de woning van gedaagden. Op de deur die toegang biedt tot de onder de woning gelegen kelderboxen stond de tekst “WAR 4 LIFE”. De burgemeester heeft besloten de woning met onmiddellijke ingang te sluiten voor de duur van één maand op grond van artikel 174 a, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet. De sluiting gold voor één maand. In het besluit is overwogen:
“Uit de bestuurlijke rapportage van de politie blijkt dat op 2 juni 2024 een explosie bij de woning heeft plaatsgevonden. Gelet hierop ben ik van mening dat de openbare orde rond de woning ernstig is verstoord. Daarnaast ben ik van mening dat vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring van de openbare orde. ln dat kader acht ik van belang dat op 4 augustus en 5 september 2023 ook explosies bij de woning hebben plaatsgevonden. Volgens de politie moet de aanleiding van deze explosies worden gezocht in een steekincident in de familiaire
sfeer, waarbij een Rotterdammer om het leven is gekomen. De 30-jarige ingeschrevene is in september vorig jaar aangehouden voor betrokkenheid bij deze dodelijke steekpartij. Verder acht ik van belang dat het opsporingsonderzoek loopt.”
2.5.
De bewoner waarnaar in het besluit wordt verwezen is de zoon van gedaagden Soufiane (hierna ‘de zoon’).
2.6.
Havensteder heeft in een brief van 17 juni 2024 aan gedaagden de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden in verband met de sluiting door de burgemeester op 2 juni 2024.
2.7.
De sluiting van 2 juni 2024 is op 1 juli 2024 door de burgemeester met één maand verlengd omdat er op 4 juni 2024 opnieuw een incident was bij de woning (dit volgt uit de bestuurlijke rapportage van 18 juni 2024). Na een melding over een harde knal vond de politie ter plaatse een volle fles wasbenzine met een elastiek eromheen. De politie had het vermoeden dat de knal was veroorzaakt door vuurwerk wat losgeraakt was van de fles wasbenzine.

3.Het geschil

3.1.
Eiseres vordert (samengevat):
  • gedaagden te veroordelen om binnen drie dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen;
  • gedaagden te veroordelen in de proceskosten met de wettelijke rente;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
Eiseres baseert haar vordering op het volgende. Eiseres heeft de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden vanwege de sluiting van de woning door de burgemeester. De omwonenden van de woning, ook huurders van eiseres, voelen zich niet meer veilig door de aanslagen. Eiseres moet optreden tegen gedaagden om de leefbaarheid van de woonomgeving te garanderen.
3.3.
Gedaagde sub 1 is niet verschenen en heeft zich dus niet verweerd tegen de vordering.
3.4.
Gedaagde sub 2 is van mening dat de vordering moet worden afgewezen. Er valt haar geen verwijt te maken van de situatie die is ontstaan. De aanslagen lijken gericht tegen haar zoon. Haar zoon woont sinds 2021 al niet meer in de woning. De buitengerechtelijke ontbinding is daarom niet gerechtvaardigd.

4.De beoordeling

4.1.
De gemachtigde van gedaagde sub 2 had zich in eerste instantie ook gesteld voor gedaagde sub 1. Dat bleek niet de bedoeling zodat de gemachtigde zich weer heeft onttrokken voor gedaagde sub 1. Gedaagde sub 1 is niet in de procedure verschenen zodat tegen hem verstek wordt verleend. Er wordt tussen alle partijen één vonnis gewezen, dat als een vonnis op tegenspraak wordt beschouwd (artikel 140 lid 3 Rv).
4.2.
Het spoedeisend belang van eiseres volgt uit de aard van de vordering. De huurovereenkomst is namelijk buitengerechtelijk ontbonden en de sluiting door burgemeester is geëindigd op 2 augustus 2024.
4.3.
Bij de beoordeling van een vordering in kort geding is van belang hoe aannemelijk het is dat die in een gewone procedure wordt toegewezen. Verder moet het belang dat eiseres heeft bij toewijzing van de vordering worden meegewogen en de gevolgen hiervan voor gedaagden als deze uitspraak later wordt teruggedraaid.
buitengerechtelijke ontbinding
4.4.
Eiseres heeft de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden vanwege de sluiting van de woning door de burgemeester op 2 juni 2024. Eiseres baseert zich op artikel 7:231 lid 2 BW. Hierin is bepaald dat een verhuurder de huurovereenkomst buitengerechtelijk kan ontbinden op de grond dat door gedragingen in of in de onmiddellijke nabijheid van het gehuurde de openbare orde ernstig is verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring en het gehuurde deswege op grond van artikel 174a van de Gemeentewet is gesloten. Het is niet vereist dat de huurder tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst. Het enkele feit dat door gedragingen in of in de onmiddellijke nabijheid van het gehuurde de openbare orde is verstoord en het gehuurde daarom op grond van artikel 174a Gemeentewet is gesloten, geeft de verhuurder de bevoegdheid de huurovereenkomst te ontbinden
.
ten aanzien van gedaagde sub 2
4.5.
De sluiting van de woning is in principe voldoende voor de buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst door eiseres, dat wordt door gedaagde sub 2 ook niet betwist, maar in deze procedure moet de kantonrechter nagaan of het in de gegeven omstandigheden gerechtvaardigd en proportioneel is dat eiseres van haar wettelijke bevoegdheid gebruik heeft gemaakt en de ontruiming van de woning vordert. Daarbij vindt een afweging plaats tussen het belang van eiseres bij ontbinding en ontruiming van de woning en het belang van gedaagde sub 2 bij voortzetting van de huurovereenkomst.
4.6.
Eiseres heeft toegelicht dat zij verantwoordelijk is voor de omwonenden van de woning. Dat zijn ook huurders van eiseres. De aanslagen op de woning zorgen bij omwonenden voor gevoelens van onrust, angst en onveiligheid. Door de aanslagen wordt de leefbaarheid en kwaliteit van de woonomgeving ernstig aangetast. Daar tegenover staat het woonbelang van gedaagde sub 2.
4.7.
In dit geval valt de belangenafweging in het voordeel van eiseres uit. Het is niet moeilijk voor te stellen dat de verschillende aanslagen op de woning een grote impact hebben op de omwonenden. Eiseres moet optreden om de leefbaarheid van de buurt te waarborgen. De situatie is ernstig. Er zijn in het afgelopen jaar drie aanslagen gepleegd bij de woning en er is een poging daartoe geweest. De schade aan de woning is aanzienlijk. Het is ook niet direct aannemelijk dat er geen nieuwe explosies zullen volgen. Tijdens de mondelinge behandeling kwam naar voren dat gedaagde sub 1 in hechtenis zit. Gedaagde sub 2 en haar gemachtigde bleven vaag over het waarom, maar op de vraag of dit verband houdt met het conflict hebben zij ook niet ontkennend geantwoord. Het is mede gelet op de aannemelijke betrokkenheid van gedaagde sub 1 niet ondenkbaar dat er weer explosies zullen volgen wanneer de sluiting wordt opgeheven en gedaagde sub 2 in de woning terugkeert. Het is immers ook de woning van gedaagde sub 1, met wie gedaagde sub 2 gehuwd is. Verder zorgt de dreigende tekst op de muur ‘war 4 life’ niet voor veel vertrouwen dat het gevaar is geweken. De kantonrechter hecht in dit verband minder belang aan het door gedaagde sub 2 naar voren gebrachte feit dat de burgemeester de sluiting niet heeft verlengd. Volgens haar betekent dit dat er geen dreiging meer is. De burgemeester heeft echter eerdere sluitingen niet verlengd en toch volgden er weer explosies.
4.8.
Gedaagde sub 2 heeft haar belang bij behoud van de woning niet goed kunnen onderbouwen. Uiteraard heeft zij een woning nodig. Een plek waar zij zich thuis voelt. Zij heeft echter ook herhaaldelijk laten weten dat zij het liefst naar een andere woning wil. Hierdoor komt er minder betekenis toe aan haar belang bij behoud van de woning. Verder is nog van belang dat niet is gebleken dat gedaagde sub 2 geen familie of vrienden heeft waarop zij kan terugvallen. Zij is ook al een jaar niet meer in de woning geweest. Het is niet duidelijk waar zij op dit moment verblijft maar dat er sprake is van een onhoudbare situatie is niet aangevoerd.
ontruiming
4.9.
De conclusie is, naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter, dat gebruikmaking van de bevoegdheid tot buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst door eiseres gerechtvaardigd is geweest en niet disproportioneel is. De verwachting is dat de vordering in een bodemprocedure zal worden toegewezen. Hoewel terughoudendheid bij een ontruiming in kort geding in beginsel is geboden - het is een ingrijpende maatregel met vaak onomkeerbare gevolgen - is de kantonrechter van oordeel dat de vordering van eiseres tot ontruiming van de woning onder deze omstandigheden moet worden toegewezen. Aan gedaagde sub 2 zal een ontruimingstermijn worden gegeven van veertien dagen.
ten aanzien van gedaagde sub 1
4.10.
De kantonrechter wijst de vordering toe omdat de vordering niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt (artikel 139 Rv). Aan gedaagde sub 1 zal, mede gelet op het oordeel ten aanzien van gedaagde sub 2, een ontruimingstermijn worden gegeven van veertien dagen.
proceskosten
4.11.
Gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2 moeten de proceskosten betalen, omdat zij ongelijk krijgen (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van eiseres op € 137,47 aan dagvaardingskosten, € 130,- aan griffierecht, € 543,- aan salaris voor de gemachtigde en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 945,47. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend. De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen.
uitvoerbaar bij voorraad
4.12.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat eiseres dat vordert en er geen verweer tegen is gevoerd (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2 om binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis de woning aan het adres [adres] te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2 bevinden en de woning met alle sleutels ter beschikking van eiseres te stellen;
5.2.
veroordeelt gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2 in de proceskosten, die aan de kant van eiseres worden begroot op € 945,47 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag dat volledig is betaald;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Vroom en in het openbaar uitgesproken.
540