Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 september 2023, met bijlagen;
- het antwoord;
- de akte van [eiseres01] , met bijlagen;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 februari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres01] en [gedaagde01] over huurachterstand en overlast. [gedaagde01] huurt sinds april 2023 een woning van [eiseres01] in Rotterdam, maar heeft een huurachterstand opgebouwd en zou zich niet als een goed huurder gedragen door in strijd met de huurovereenkomst een hond in huis te hebben. [eiseres01] eist betaling van de huurachterstand en ontbinding van de huurovereenkomst. [gedaagde01] betwist de huurachterstand en stelt dat hij een deel van de huur niet heeft betaald vanwege onderhoudsgebreken aan de woning. Tijdens de zitting op 22 januari 2024 is [gedaagde01] niet verschenen, wat de kantonrechter de mogelijkheid gaf om de zaak op basis van de beschikbare informatie te beoordelen.
De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde01] de huurachterstand van € 7.236,- moet betalen en dat de huurovereenkomst ontbonden wordt op basis van artikel 6:265 BW, omdat de huur niet op tijd is betaald. De rechter wijst erop dat de huurachterstand hoog genoeg is om ontbinding te rechtvaardigen, ongeacht de discussie over de hond(en) en de vermeende overlast. [gedaagde01] moet de woning binnen 7 dagen na betekening van het vonnis ontruimen. Daarnaast moet hij een gebruiksvergoeding van € 1.484,- per maand betalen tot de ontruiming plaatsvindt. De proceskosten worden ook aan [gedaagde01] opgelegd, omdat hij grotendeels ongelijk krijgt. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [eiseres01] het vonnis kan laten uitvoeren voordat het onherroepelijk is.