In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 februari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Woningstichting Samenwerking Vlaardingen en een huurder, aangeduid als [gedaagde01]. De eiseres, Woningstichting Samenwerking, heeft de huurder aangeklaagd vanwege een huurachterstand van € 2.218,58, die was ontstaan door persoonlijke omstandigheden van de huurder. De huurder heeft de huurachterstand erkend en verzocht om een betalingsregeling, zodat hij in de woning kan blijven.
De kantonrechter heeft de eis van Samenwerking toegewezen, maar onder voorwaarden mag de huurder in de woning blijven. De rechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand bijna vier maanden bedroeg op het moment van de dagvaarding, en dat de huurder inmiddels weer werk heeft, maar de achterstand verder was opgelopen tot ongeveer vijf maanden. De rechter heeft de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning toegewezen, met een ontruimingstermijn van 14 dagen na betekening van het vonnis.
Daarnaast is de huurder veroordeeld tot betaling van een gebruiksvergoeding van € 444,79 per maand tot de ontruiming, en is hij verplicht om de proceskosten van € 1.005,48 te vergoeden. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de uitspraak onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook al kan de huurder in beroep gaan. De rechter heeft de huurder geadviseerd zich aan te melden voor een hulptraject om zijn financiële situatie te verbeteren.