ECLI:NL:RBROT:2024:9001

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 augustus 2024
Publicatiedatum
16 september 2024
Zaaknummer
C/10/670140 / JE RK 23-2819
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling voor minderjarigen in een complexe gezinssituatie

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 27 augustus 2024, wordt de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] verlengd voor de resterende duur van vier maanden. De kinderrechter heeft de beschikking genomen na een mondelinge behandeling met gesloten deuren, waarbij de ouders en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag en de kinderen wonen bij hun moeder. De kinderrechter heeft eerder op 19 juli 2024 de ondertoezichtstelling kort verlengd tot 25 september 2024.

De kinderrechter oordeelt dat de ontwikkeling van de kinderen nog steeds ernstig bedreigd wordt, vooral door het verstoorde contact tussen de ouders. Ondanks dat er kleine stappen vooruit zijn gezet, zijn de ouders nog niet in staat om constructief met elkaar te communiceren. De kinderrechter benadrukt het belang van een goede samenwerking tussen de GI en de gedragswetenschapper om zo snel mogelijk een passende behandeling voor [minderjarige 2] te starten. De kinderrechter geeft aan dat de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk blijft om de ontwikkeling van de kinderen te volgen en duidelijke afspraken te maken met de ouders.

De beslissing om de ondertoezichtstelling te verlengen is genomen in het belang van de kinderen, waarbij de kinderrechter de ouders complimenteert voor hun vooruitgang, maar ook de noodzaak van verdere ondersteuning en begeleiding benadrukt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team jeugd
Zaaknummer: C/10/670140 / JE RK 23-2819
Datum uitspraak: 27 augustus 2024
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam,
hierna te noemen: de GI,
over
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2014 in [geboorteplaats 1],
hierna te noemen: [minderjarige 1],
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2016 in [geboorteplaats 2],
hierna te noemen: [minderjarige 2],
[minderjarige 3], geboren op [geboortedatum 3] 2020 in [geboorteplaats 3],
hierna te noemen: [minderjarige 3].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam 1],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [plaatsnaam],
advocaat mr. G.E. van der Pols te Rotterdam,
[naam 2],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [plaatsnaam].

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- de beschikking van 19 juli 2024 en de daaraan ten grondslag liggende stukken.
1.2.
Op 27 augustus 2024 heeft de kinderrechter de mondelinge behandeling van de zaak met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig:
  • de moeder met haar advocaat;
  • de vader;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam 3].

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3].
2.2.
[minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] wonen bij hun moeder.
2.3.
Bij beschikking van 19 juli 2024 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] kort verlengd tot 25 september 2024.

3.Het aangehouden verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] te verlengen voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Er resteert nog een beslissing over vier maanden.

4.De standpunten

4.1.
De GI handhaaft ter zitting het aangehouden verzoek en licht dit als volgt toe. Het is een complexe situatie, waarbij de afgelopen maanden wel meer rust is gekomen. De ouders hebben positieve stappen gezet. Hoewel de ouders nog niet met elkaar kunnen communiceren, is de strijd tussen de ouders minder geworden en gaat het contact tussen de ouders in kleine stapjes vooruit. Daarnaast zal Coachpoint minder bij de vader thuis aanwezig zijn en zal de omgang op de zaterdagen begeleid gaan worden door de vriendin van de vader. De komende maanden van het verzoek zijn nog nodig om verder te werken aan de doelen, zodat uiteindelijk kan worden toegewerkt naar een afsluiting van de ondertoezichtstelling. Met betrekking tot de zorgen over [minderjarige 2] geeft de GI aan dat zij in gesprek gaan met de gedragswetenschapper en contact zullen opnemen met Yulius.
4.2.
Door en namens de moeder wordt ter zitting geen verweer gevoerd tegen het aangehouden verzoek. Hoewel de ouders stappen zetten in de goede richting, is een ondertoezichtstelling nog noodzakelijk. De ouders willen allebei het beste voor de kinderen, maar de visies hierbij komen niet altijd overeen. In het belang van de kinderen is het beter als de ouders weinig communiceren met elkaar. Hier tegenover staat wel dat er duidelijke afspraken gemaakt moeten worden. In dit verband kan Parallel Solo Ouderschap (PSO) passend zijn. Daarnaast is de moeder al lange tijd bezig met het vinden van een passende behandeling voor [minderjarige 2] en maakt de moeder zich grote zorgen om hem. Het is noodzakelijk dat er vanuit de GI druk gezet wordt op Yulius, zodat daadwerkelijk met een behandeling gestart kan worden. De moeder geeft aan ook open te staan voor een andere hulpverleningsinstantie. Het rapport van Elon biedt veel handvatten voor het zoeken naar een passende behandeling voor [minderjarige 2].
4.3.
Door de vader wordt ter zitting geen verweer gevoerd tegen het aangehouden verzoek. De ondertoezichtstelling is nog noodzakelijk. De vader hoopt dat de ouders in de toekomst op een normale manier met elkaar kunnen communiceren. Daarnaast wil de vader meer omgang met de kinderen. Tegelijkertijd begrijpt hij dat stapsgewijs moet worden opgebouwd. Hoewel de vader van mening is dat het de afgelopen tijd beter gaat met [minderjarige 2], staat de vader achter een behandeling voor [minderjarige 2] indien de moeder dit wenst.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.2.
[minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] worden nog ernstig in hun ontwikkeling bedreigd. De ontwikkelingsbedreiging is met name gelegen in het verstoorde contact tussen de ouders. Hoewel er de afgelopen periode kleine stapjes vooruit zijn gezet door beide ouders, zijn de ouders nog niet in staat om op een constructieve manier met elkaar te communiceren. Desondanks geeft de kinderrechter de ouders een groot compliment. De ouders zijn op de goede weg en elke stap is in de goede richting is vooruitgang. Daarnaast zijn er al langere tijd zorgen over het gedrag van [minderjarige 2]. De GI is hierover in contact met Yulius, maar dit verloopt nog niet voortvarend. De kinderrechter acht het van belang dat de GI samen met de gedragswetenschapper in overleg gaat, zodat zo spoedig mogelijk gestart kan worden met een passende noodzakelijke behandeling van [minderjarige 2] bij Yulius of een andere passende hulpverleningsinstantie. De kinderrechter acht de betrokkenheid van een jeugdbeschermer de komende periode nog noodzakelijk om de ontwikkeling van de kinderen te blijven volgen, samen met de ouders duidelijke afspraken te maken en ervoor te zorgen dat [minderjarige 2] met een passende behandeling kan beginnen.
5.3.
De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] verlengen voor de resterende duur van vier maanden (artikel 1:260, eerste lid, BW).

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] tot 25 januari 2025;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2024 door mr. J.S. van den Berge, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.N. van Geest als griffier, en op schrift gesteld op 16 september 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.