In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 26 januari 2024, gaat het om een rolbeslissing in een geschil tussen bol.com B.V. en een consument, aangeduid als [gedaagde01]. Bol.com heeft een eenmalige koop via haar website gerealiseerd, maar er zijn twijfels gerezen over de rechtsgeldigheid van de overeenkomst. De kantonrechter heeft zich gebogen over de vraag of de tekst op de bestelknop voldoet aan de wettelijke vereisten van artikel 6:230v lid 3 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat de consument duidelijk geïnformeerd moet worden over de betalingsverplichting bij het plaatsen van een bestelling. De Hoge Raad heeft eerder in een uitspraak van 12 november 2021 benadrukt dat de rechter in consumentenzaken ambtshalve moet onderzoeken of aan informatieverplichtingen is voldaan en dat bij een ernstige schending een sanctie moet worden opgelegd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de tekst op de bestelknop van bol.com niet voldoet aan de vereisten van artikel 6:230v lid 3 BW. Dit betekent dat de overeenkomst mogelijk vernietigbaar is. De rechter heeft [gedaagde01] de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de vraag of zij de overeenkomst wil vernietigen, maar heeft aangegeven dat deze partij niet opnieuw kan reageren op een eerdere akte van bol.com. Bol.com moet zich ook uitlaten over het voornemen van de rechter om de overeenkomst te vernietigen. De zaak is doorverwezen naar de rolzitting op 27 februari 2024 voor verdere reacties van beide partijen. De beslissing is genomen door mr. B.J.R. van Tongeren en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.