ECLI:NL:RBROT:2024:8950

• Datum uitspraak: 13 september 2024
• Publicatiedatum: 16 september 2024
• Zaaknummer: 11152234 CV EXPL 24-14718
• Instantie: Rechtbank Rotterdam
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: B.J.R. van Tongeren
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Vonnis in vrijwaringsincident met betrekking tot kaakchirurgische ingreep en financiële aansprakelijkheid

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, heeft Spijkenisse Medisch Centrum B.V. (hierna 'SMC') een vordering ingesteld tegen [persoon A] voor een bedrag van € 1.378,78, gerelateerd aan een kaakchirurgische ingreep die [persoon A] heeft ondergaan. SMC vordert betaling van dit bedrag, inclusief buitengerechtelijke kosten, rente en proceskosten. In het kader van deze procedure heeft [persoon A] verzocht om de gemeente Nissewaard in vrijwaring op te roepen, omdat zij stelt dat de gemeente tekort is geschoten in haar verplichtingen met betrekking tot schuldhulpverlening. De kantonrechter heeft deze verzoeken beoordeeld en heeft geoordeeld dat [persoon A] voldoende onderbouwing heeft gegeven voor haar verzoek om de gemeente in vrijwaring op te roepen. SMC heeft geen bezwaar gemaakt tegen dit verzoek.

De kantonrechter heeft vervolgens bepaald dat de partijen hun eigen proceskosten dragen, wat betekent dat zij geen vergoeding hoeven te betalen voor de kosten die de andere partij in het incident heeft gemaakt. De hoofdzaak en de vrijwaringszaak zullen gelijktijdig worden behandeld, en de kantonrechter heeft de hoofdzaak aangehouden tot 15 oktober 2024. De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken en de zaak is behandeld door mr. B.J.R. van Tongeren.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam

zaaknummer: 11152234 CV EXPL 24-14718

datum uitspraak: 13 september 2024

Vonnis van de kantonrechter

in de zaak van

Spijkenisse Medisch Centrum B.V. ,

vestigingsplaats: Spijkenisse, gemeente Nissewaard,

eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident,

gemachtigde: mr. J.A. Wesdijk,

tegen

[persoon A] ,

woonplaats: Spijkenisse, gemeente Nissewaard,

gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident,

gemachtigde: mr. B.A.S. van Leeuwen.

De partijen worden hierna ‘SMC’ en ‘ [persoon A] ’ genoemd.

1. De procedure

1.1.

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:

• de dagvaarding van 24 mei 2024, met bijlagen;
• het antwoord met een eis in het incident;
• het antwoord in het incident.

2. De beoordeling

Waar gaat het om?

2.1.

[persoon A] heeft een kaakchirurgische ingreep ondergaan bij SMC. SMC eist in deze procedure dat [persoon A] wordt veroordeeld om daarvoor € 1.378,78 aan haar te betalen, met buitengerechtelijke kosten, rente en proceskosten.

In het incident

2.2.

[persoon A] heeft toestemming gevraagd om gemeente Nissewaard in vrijwaring op te roepen. Ze heeft aangevoerd dat zij schuldhulpverlening heeft ontvangen van de gemeente en dat de gemeente daarbij steken heeft laten vallen, onder andere door geen betaalafspraken met SMC te maken. Ze vindt dat ze het financiële nadeel daarvan op de gemeente kan verhalen. De kantonrechter geeft [persoon A] toestemming om gemeente Nissewaard in vrijwaring op te roepen, omdat ze de eis voldoende heeft onderbouwd (artikel 210 Rv). SMC heeft laten weten dat zij geen bezwaar heeft (artikel 232 lid 2 Rv).

2.3.

De kantonrechter bepaalt dat de partijen de eigen proceskosten dragen. Dat betekent dat zij geen vergoeding hoeven te betalen voor de kosten die de andere partij in het incident heeft gemaakt.

In de hoofdzaak

2.4.

De kantonrechter wil de hoofdzaak en de vrijwaringszaak graag tegelijk met de partijen bespreken op een zitting. Daarom wordt de hoofdzaak aangehouden tot 15 oktober 2024.

3. De beslissing

De kantonrechter:

in het incident

3.1.

geeft toestemming om gemeente Nissewaard, gevestigd in Spijkenisse, in vrijwaring op te roepen voor de rolzitting van
dinsdag 15 oktober 2024 om 11.30 uur;

3.2.

bepaalt dat de partijen de eigen proceskosten dragen;

in de hoofdzaak

3.3.

houdt de zaak aan tot 15 oktober 2024.

Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.

33394