In deze beschikking van de kantonrechter in Rotterdam wordt de arbeidsovereenkomst van [persoon A] met ECT Delta Terminal B.V. ontbonden per 4 september 2024. ECT verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst omdat [persoon A] betrokken is geweest bij drugssmokkel, waarbij hij ten minste 955 kilo cocaïne in Nederland heeft ingevoerd. De kantonrechter oordeelt dat [persoon A] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, waardoor voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet redelijk is. Ondanks dat [persoon A] stelt onder druk te zijn gezet, heeft hij dit niet voldoende onderbouwd. De kantonrechter concludeert dat er sprake is van een redelijke grond voor ontbinding, en dat herplaatsing niet mogelijk is. Tevens wordt vastgesteld dat er geen opzegverbod van toepassing is. ECT hoeft geen transitievergoeding te betalen aan [persoon A] vanwege zijn ernstig verwijtbare handelen. De kantonrechter wijst ECT wel aan om een eindafrekening op te maken, waarin verlofuren en een persoonlijk budget worden verwerkt. [persoon A] wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van ECT worden begroot op € 1.079,-. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.