Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding, met producties 1 t/m 5,
- de conclusie van antwoord, met producties 1 t/m 10,
- de brief van [eiser] van 31 maart 2024, met producties 5 t/m 11,
- de brief van [gedaagde] van 4 april 2024, met productie 11,
- de pleitaantekeningen van [eiser] voor de mondelinge behandeling op 11 april 2024,
- de akte van [eiser] van 1 mei 2024, met productie genummerd 11,
- de akte van [gedaagde] van 1 mei 2024, met producties 12 t/m 14,
- de akte van [eiser] van 29 mei 2024, met productie 12,
- de akte van [gedaagde] van 29 mei 2024, met productie 15,
- de akte van [gedaagde] van 26 juni 2024.
3.Wat is er gebeurd?
.[eiser] stelt dat, toen haar boot werd opgehaald, bleek dat deze aanzienlijke schade had opgelopen. Op verzoek van [eiser] heeft een deskundige de herstelkosten begroot op € 28.000,00. Het deskundigenrapport is van 8 januari 2021. Volgens [eiser] is [gedaagde] aansprakelijk voor deze schade, omdat [gedaagde] als uitoefenaar van een retentierecht zich als een goed huisvader had moeten gedragen en ervoor had moeten zorgen dat de boot niet beschadigd raakte. Daarnaast zou [gedaagde] een inbreuk op het subjectieve vermogensrecht en het eigendomsrecht van [eiser] hebben gemaakt door haar geen toegang tot de boot te verschaffen.
4.De vorderingen
5.De beoordeling
€ 178,00*