“V: Kun je in je eigen woorden zo uitgebreid mogelijk vertellen wat gisteravond gebeurd is?
A: (…) We hebben In het heetst van de strijd herhaaldelijk geroepen dat die gasten moesten oprotten. We bleven maar roepen, losten waarschuwingsschoten, en richtten onze wapens om onze waarschuwingen kracht bij te zetten.
Ik merk dat dit allemaal geen effect heeft en dat ze gewoon maar blijven komen. Vóór ons zijn twee hoeken van hoge gebouwen en ze blijven van achter die hoeken maar komen. Ze komen steeds maar weer terug van achter die hoeken vandaan en trekken dan op. Meerdere relschoppers gebruiken die hoeken om dekking te zoeken en ze blijven maar herhaaldelijk van achter die dekking komen en stenen en vuurwerk gooien. De druk werd steeds groter en we konden geen kant op.
Op een gegeven moment, als ik merk dat alles wat we doen geen effect heeft, besluit ik om mijn verantwoording te pakken voor de groep en ik besluit ik om gericht op de benen te schieten van de eerste persoon die weer voorbij de hoek komt en wederom stenen of vuurwerk probeert te gooien.
(…)
V: Je stapt uit de bus vandaan en wat zie en hoor je dan?
A: Je hoort echt een soort geruis vanuit de menigte. Er worden grote brokken steen gegooid die je om de oren vliegen. Het is echt een indrukwekkend geheel aan geluid en geweld. Ook hoorde je geregeld enorme klappen van vuurwerkbommen. Het was een constante stroom van stenen, vuurwerk en harde klappen.
Wij dragen wel gehoorbescherming, maar het was evengoed een luid kabaal.
V: Bent u zelf nog geraakt door stenen?
A: Ik ben meerdere keren geraakt door stenen. Ik zag later een gat in mijn helm en ben kennelijk op mijn helm geraakt. Ook ben ik op mijn lichaam en benen geraakt, maar dat heb ik niet heel bewust gevoeld door de bescherming en de adrenaline.
(…)
V: Op welke wijze is er gewaarschuwd dat geweld gebruikt zou gaan worden?
A: Er is diverse keren met hele luide stem geschreeuwd door heel de linie dat ze op afstand
moesten blijven. Er is ook geroepen: 'anders wordt er geschoten'. En natuurlijk de
waarschuwingsschoten. Tegelijkertijd was er zoveel herrie dat het lastig was om de groep met stemgeluid te bereiken.
Wel was het voor iedereen in de groep van de demonstranten duidelijk dat er geweld zou worden gebruikt als ze niet weg zouden gaan. Dat was overduidelijk door de waarschuwingsschoten en ons overige handelen.
(…)
V: Op enig heeft u het vuurwapen ter hand genomen. Waren daarvoor door u ook andere
geweldsmiddelen gebruikt en zo ja welke, hoe en wat was het resultaat van het gebruik van die middelen?
A: (…) Aan de voorzijde heb ik mijn wapenstok niet kunnen gebruiken. Daarvoor was de afstand te groot.
(…)
V: Wat kunt u vertellen over uw gemoedstoestand op dat moment?
A: Op dat moment had ik echt zoiets, we hebben echt geen andere opties meer. Ik moest afstand creëren tussen ons en de groep van aanvallers en zag uiteindelijk geen andere optie dan het schieten op de benen.
V: Was u bang?
A: Niet echt bang voor mezelf, zozeer. Niet dat ik stond te trillen op mijn benen. Maar ik besefte wel dat als dit zo zou doorzetten dan zijn we verloren. Als we niets zouden doen dan zou het mis gaan. Op dat moment was het schieten op de benen het minst zware middel. Als we langer hadden afgewacht en de mensenmassa zou op ons af komen rennen dan had ik zwaardere middelen moeten inzetten. Het schieten op de benen was op dat moment een minder vergaand middel. Ik had geen andere keuze en schoot doelbewust laag gericht op de benen. Ik heb een persoon aangericht in het midden en heb bewust op iemand op die hoek geschoten. Ik zag dat er op dat moment ook vanuit de groep, bij die hoek, gegooid werd.
(…)
V. Op wie richtte u? Kunt u die omschrijven?
A: Het was een groep van 4, 5 of zes man die aan het gooien waren. Ik heb in het midden iemand aangericht en daar heb ik op de benen gericht. Volgens mij was die persoon in het donker gekleed.
ik zou de kleding van de man niet kunnen omschrijven. Ik kan niet zeggen wat hij precies aan had.
V: Met welk doel schoot u gericht op die persoon?
A: Om het geweld naar ons toe te doen sloppen. We werden zo acuut bedreigd en de
waarschuwingsschoten hadden geen effect. Ze kwamen op ons af en dat voor mij dat moment de enige optie om dat te doen stoppen. Daarom heb ik gericht op die benen geschoten.
V. Wilde je die persoon ook aanhouden?
A: Het was zuiver om die dreiging weg te halen. Om het te doen stoppen. Op dat moment was het geen optie om hem aan te houden omdat ik daar niet bij kon op dat moment.
V. Waar zou je hem dan voor aanhouden als het had gekund?
A: Openlijk geweld, poging doodslag, zware mishandeling, niet voldoen bevel vordering. Meerdere feiten.”