ECLI:NL:RBROT:2024:8902

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 augustus 2024
Publicatiedatum
13 september 2024
Zaaknummer
10952175 CV EXPL 24-5369
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot betaling van boetebedrag voor verkeersovertreding begaan tijdens werk als bezorger

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Cool Delivery B.V. en een gedaagde die zelf procedeert. Cool Delivery, gevestigd in Nieuwegein, vorderde betaling van een boetebedrag van € 169,- voor een verkeersovertreding die op 9 juli 2023 zou zijn begaan met een auto van het bedrijf. De gedaagde betwistte dat hij de bestuurder van de auto was ten tijde van de overtreding en voerde aan dat hij niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de boete.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de boete inmiddels had betaald en dat deze betaling terecht was, gezien de onderbouwing van Cool Delivery. De rechter oordeelde dat de gedaagde de beschikking had over de auto op het moment van de overtreding, ondanks zijn betwisting. De kantonrechter wees de vordering tot betaling van de hoofdsom af, omdat deze al was voldaan, maar veroordeelde de gedaagde wel tot betaling van de rente van € 5,13 tot 29 januari 2024 en de wettelijke rente over het boetebedrag vanaf die datum.

Daarnaast werden de buitengerechtelijke incassokosten van € 40,- afgewezen, omdat Cool Delivery onvoldoende bewijs had geleverd dat de gedaagde de boete verschuldigd was. De proceskosten werden gecompenseerd, omdat Cool Delivery niet alle relevante stukken bij de dagvaarding had gevoegd, wat de gedaagde in een nadelige positie had kunnen brengen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en alle overige vorderingen zijn afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10952175 CV EXPL 24-5369
datum uitspraak: 30 augustus 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Cool Delivery B.V.,
vestigingsplaats: Nieuwegein,
eiseres,
gemachtigde: Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders (LAVG),
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats],
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Cool Delivery’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 7 februari 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de mail van [gedaagde], met bijlagen.
1.2.
Op 5 juli 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken met [naam 1], werkzaam bij LAVG, voor Cool Delivery en met [gedaagde] en zijn vriendin [naam 2].

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
Cool Delivery eist [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan haar van € 169,- aan hoofdsom, € 5,13 aan rente tot 29 januari 2024 en € 40,- aan buitengerechtelijke incassokosten. Tezamen gaat het om € 214,13 plus de rente over de hoofdsom vanaf
29 januari 2024. Het bedrag van € 169,- betreft een boete voor een verkeersovertreding begaan op 9 juli 2023 met een auto van Cool Delivery. Cool Delivery stelt dat [gedaagde] die verkeersovertreding heeft begaan.
2.2.
[gedaagde] is het niet eens met de eis. Samengevat betwist [gedaagde] bestuurder te zijn geweest van de auto op het moment waarop de beweerdelijke verkeersovertreding is begaan, bij gebrek aan wetenschap.
Wat vindt de kantonrechter hiervan?
2.3.
De eis wordt gedeeltelijk toegewezen. Hierna wordt uitgelegd wat wordt toegewezen en waarom.
Hoofdsom (boetebedrag)
2.4.
Een boete in verband met een verkeersovertreding begaan met een door de werkgever ter beschikking gesteld motorvoertuig kan - uitzonderingen daargelaten die zich in deze zaak niet voordoen - voor rekening van de werknemer worden gebracht. [1] In dit geval gaat het om een verkeersboete van € 169,-.
2.5.
[gedaagde] wordt niet veroordeeld tot betaling van het bedrag van € 169,- want hij heeft het boetebedrag, de geëiste hoofdsom, in de loop van de procedure al betaald. Naar het oordeel van de kantonrechter is die betaling terecht geweest, want [gedaagde] is door Cool Delivery op goede grond aangesproken tot betaling van de verkeersboete. Cool Delivery heeft namelijk onderbouwd met stukken gesteld dat de verkeersboete het gevolg is van een verkeersovertreding met de auto met kenteken [kenteken] begaan op 9 juli 2023 om 10:00 uur en dat [gedaagde] die auto op die datum en op dat tijdstip onder zich heeft gehad. Zie bijlagen 1 en 2 bij de dagvaarding. [gedaagde] betwist de auto toen te hebben bestuurd, maar weerspreekt niet althans onvoldoende gemotiveerd dat de auto op 9 juli 2023 aan hem beschikbaar is gesteld om 8:59 uur en door hem ingeleverd is om 12:59 uur, in welk tijdvak de verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is geconstateerd. [gedaagde] heeft niet een naam van iemand anders genoemd die de auto heeft bestuurd in het tijdvak waarin de auto aan hem beschikbaar was gesteld voor zijn werk als bezorger. Onderkend wordt dat het misschien lastig is voor [gedaagde] om aan te tonen dat hij niet de auto bestuurd heeft, omdat hij niet meer in dienst is en dit daardoor niet heeft kunnen achterhalen, maar bij gebreke van onderbouwing van zijn verweer wordt uitgegaan van de juistheid van het gestelde door Cool Delivery dat [gedaagde] de beschikking had over de auto toen daarmee de verkeersovertreding werd begaan. De omstandigheid dat [gedaagde] op 9 juli 2023 niet is staande gehouden, kan hem niet baten, want zoiets gebeurt niet altijd bij constatering van een verkeersovertreding. Dat de boete niet op zijn naam is gesteld, kan [gedaagde] ook niet baten, want een verkeersboete (de beschikking) wordt gegeven aan de kentekenhouder. Vastgesteld wordt dat [gedaagde] niet de kentekenhouder is.
Rente
2.6.
[gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling aan Cool Delivery van de geëiste rente. Het gaat om € 5,13 aan rente tot 29 januari 2024 en de rente over € 169,- vanaf die datum.
Incassokosten
2.7.
Geconstateerd is dat [gedaagde] tijdens het incassotraject gevraagd heeft om bewijs dat hij de verkeersboete heeft gekregen. Daarop is niet bevredigend gereageerd. De beschikking is weliswaar verstrekt, maar slechts summierlijk is mededeling gedaan dat Cool Delivery noteert welke werknemer met welk voertuig werkzaamheden uitvoert. Onderbouwing met stukken waaruit blijkt dat [gedaagde] de auto onder zich had toen de verkeersovertreding werd begaan, lijkt in de buitengerechtelijke fase niet te zijn gegeven. Daarom heeft bij [gedaagde] redelijkerwijs twijfel kunnen blijven bestaan of hij de boete wel verschuldigd was, zodat niet onbegrijpelijk is dat hij toen niet tot betaling is overgegaan. Bij die stand van zaken wordt het bedrag van € 40,- aan incassokosten afgewezen, omdat de inspanningen om [gedaagde] tot betaling te bewegen onvoldoende zijn geweest.
Proceskosten
2.8.
Verder geldt dat de e-mail van 19 juli 2023, waarbij de boetebeschikking aan [gedaagde] is doorgestuurd, niet bij de dagvaarding was gevoegd. Datzelfde geldt voor het bewijs dat het daarbij gevoegde betalingsbewijs kort daarna al is geopend. Deze stukken hadden voor [gedaagde] een ander licht op de zaak kunnen laten schijnen. Dat kon Cool Delivery duidelijk zijn op basis van het verweer dat blijkt uit de correspondentie bij de dagvaarding. Deze gegevens hadden dus ten minste genoemd moeten worden (art. 21 en 111 lid 3 Rv). Daarom worden de proceskosten gecompenseerd op de wijze hieronder vermeld.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Cool Delivery te betalen € 5,13 aan rente tot
29 januari 2024 en de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over € 169,- vanaf 29 januari 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
bepaalt dat ieder van partijen de eigen proceskosten draagt;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Lablans en in het openbaar uitgesproken.
465

Voetnoten

1.HR 13 juni 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC8791