Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 februari 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de mail van [gedaagde], met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Cool Delivery B.V. en een gedaagde die zelf procedeert. Cool Delivery, gevestigd in Nieuwegein, vorderde betaling van een boetebedrag van € 169,- voor een verkeersovertreding die op 9 juli 2023 zou zijn begaan met een auto van het bedrijf. De gedaagde betwistte dat hij de bestuurder van de auto was ten tijde van de overtreding en voerde aan dat hij niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de boete.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de boete inmiddels had betaald en dat deze betaling terecht was, gezien de onderbouwing van Cool Delivery. De rechter oordeelde dat de gedaagde de beschikking had over de auto op het moment van de overtreding, ondanks zijn betwisting. De kantonrechter wees de vordering tot betaling van de hoofdsom af, omdat deze al was voldaan, maar veroordeelde de gedaagde wel tot betaling van de rente van € 5,13 tot 29 januari 2024 en de wettelijke rente over het boetebedrag vanaf die datum.
Daarnaast werden de buitengerechtelijke incassokosten van € 40,- afgewezen, omdat Cool Delivery onvoldoende bewijs had geleverd dat de gedaagde de boete verschuldigd was. De proceskosten werden gecompenseerd, omdat Cool Delivery niet alle relevante stukken bij de dagvaarding had gevoegd, wat de gedaagde in een nadelige positie had kunnen brengen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en alle overige vorderingen zijn afgewezen.