Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden;
- ontzetting van het recht tot uitoefening van het beroep van bestuurder/directeur van een rechtspersoon voor de duur van 5 jaren;
- openbaarmaking van dit vonnis door middel van publicatie in de registers van de Kamer van Koophandel ter effectuering van voornoemde ontzetting.
4.Waardering van het bewijs
). Door laatstgenoemde werd het als dieselbrandstof aan de pomp verkocht bij de tankstations in Lijnden en Nieuwe Niedorp.
30september 2016 in Nederland en België heeft deelgenomen aan een organisatie, welke werd gevormd door verdachte en [medeverdachte03] en [medeverdachte rechtspersoon01] en [verdachte01] en [medeverdachte02] en [medeverdachte04] en [bedrijf10] en [naam03] en [naam01] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk accijnsfraude (art. 5 jo. art. 97 Wet op de Accijns);
30september 2016 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk accijnsgoederen, te weten
2.901.437liter Lubrifarm en/of lubricant oil Hantlom en/of lubricant oil Kayla en/of Hantsynth die bestemd zijn voor gebruik en worden aangeboden voor verkoop en worden gebruikt als motorbrandstof voorhanden hebben gehad terwijl die goederen niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de Accijns in de heffing
zijnbetrokken aan welke bovenomschreven strafbare feiten hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander feitelijke leiding heeft gegeven;
30 september2016 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen
fmet betrekking tot een zending diesel van [bedrijf01] aan [medeverdachte rechtspersoon01] en/of [naam04] van
dezeals echt en onvervalst te gebruiken en door anderen te doen gebruiken en deze geschriften opzettelijk
hebbenafgeleverd en voorhanden gehad,
nzij echt en onvervalst bestaande die valsheid hierin dat op deze CMR-vrachtbrieven telkens valselijk in strijd met de waarheid is vermeld
30september 2016 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen,
dezeals echt en onvervalst te gebruiken en door anderen te doen gebruiken endeze geschriften opzettelijk
hebbenafgeleverd en voorhanden gehad,
nzij echt en onvervalst bestaande die valsheid hierin dat op deze facturen telkens valselijk in strijd met de waarheid is vermeld
te wetende bestuurder van de rechtspersoon [bedrijf01] , welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank
Amsterdamvan 29 september 2015 in staat van faillissement is verklaard,
5.Strafbaarheid feiten
1.
3.
medeplegen van feitelijke leiding geven aan het medeplegen van valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
4.
medeplegen van feitelijke leiding geven aan het medeplegen van valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
5.
medeplegen van als bestuurder van een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon enig goed aan de boedel onttrokken hebben, meermalen gepleegd.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
4 oktober 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
150 (honderdvijftig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
75 dagen;
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1, 2, 3 en 4 de CMR-vrachtbrieven (nrs. 9 en 10 op de beslaglijst);
€ 385.637,24 (zegge: driehonderdvijfentachtigduizend zeshonderdzevenendertig euro en vierentwintig cent)aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 januari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij01] in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [bedrijf01] te betalen
€ 385.637,24 (zegge: driehonderdvijfentachtigduizend zeshonderdzevenendertig euro en vierentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 385.637,24 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
360 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;