ECLI:NL:RBROT:2024:8859
Rechtbank Rotterdam
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening maatschappelijke opvang voor kwetsbare jongeren uit Eritrea
Op 10 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaken ROT 24/8490 en ROT 24/8491, waarin verzoekers, twee kwetsbare jongeren zonder vaste woon- of verblijfplaats, een voorlopige voorziening vroegen voor maatschappelijke opvang. De verzoekers, een broer en zus geboren in respectievelijk 2004 en 2005, zijn in januari 2024 vanuit Eritrea naar Nederland gereisd om te ontsnappen aan militaire dienst. Na hun aankomst in Nederland hebben zij tijdelijk bij een vrouw verbleven, maar na enkele maanden zijn zij op straat en in verschillende opvanglocaties in Rotterdam terechtgekomen. Op 28 augustus 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam hun aanvragen voor maatschappelijke opvang afgewezen, met de argumentatie dat zij in staat zouden zijn om zich op eigen kracht te handhaven.
De voorzieningenrechter heeft op basis van de ingediende stukken en de zitting op 10 september 2024 geoordeeld dat de zelfredzaamheid van de verzoekers twijfelachtig is. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoekers geen inkomen of werk hebben, en dat zij problemen ondervinden met hun inschrijving in de Basisregistratie Personen. Bovendien hebben zij geen sociaal netwerk en zijn zij kwetsbaar. Gezien deze omstandigheden heeft de voorzieningenrechter besloten dat het college aan de verzoekers maatschappelijke opvang moet verlenen vanaf 11 september 2024 tot zes weken na de beslissing op bezwaar. Daarnaast is het college veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan de verzoekers.
De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat verzoekers de tijd van opvang benutten om praktische zaken te regelen, zodat zij niet langer dan nodig afhankelijk zijn van maatschappelijke opvang.