In de zaak tegen de verdachte, die op 12 februari 2023 in Gorinchem met een mes een snijwond van 20 centimeter bij de aangever heeft veroorzaakt, heeft de rechtbank Rotterdam op 10 september 2024 uitspraak gedaan. De verdachte werd vrijgesproken van zware mishandeling, maar veroordeeld voor poging tot zware mishandeling. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de zware mishandeling, aangezien het letsel niet als zwaar lichamelijk letsel kon worden gekwalificeerd. De aangever had een snijwond die gehecht moest worden, maar de genezingsduur was relatief kort en de rechtbank achtte de verklaring van de aangever over aanhoudende pijn onvoldoende om te concluderen dat er sprake was van zwaar lichamelijk letsel.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van 357 dagen geëist, maar de rechtbank legde een straf op van 177 dagen, met aftrek van voorarrest. De rechtbank overwoog dat de verdachte zonder noemenswaardige aanleiding de confrontatie met de aangever was aangegaan, wat leidde tot gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder eerdere veroordelingen en problemen op meerdere levensgebieden, werden ook in de overwegingen meegenomen. De rechtbank concludeerde dat de opgelegde straf passend was, gezien de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan.