Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van [verzoekster01] (ontvangen op 2 november 2023), met bijlagen;
- het verweerschrift van Safi met tegenverzoek, met bijlagen.
- [verzoekster01] met twee broers en mr. Van Ruyven;
- de heren [naam01] [naam02] en [naam03] (bestuurders van Safi) en mr. Snelder.
2.De beoordeling
- achterstallig loon en bonus van € 25.203,54 bruto met wettelijke verhoging, rente en buitengerechtelijke kosten;
- vakantiegeld van € 9.857,61 bruto met wettelijke verhoging, rente en buitengerechtelijke kosten;
- het bruto-equivalent van € 15.097,56 netto met wettelijke verhoging, rente en buitengerechtelijke kosten;
- de transitievergoeding van € 7.163,01 bruto met buitengerechtelijke kosten;
- de proceskosten.
- het netto-equivalent van € 30.954,21 bruto met rente;
- een bedrag van € 8.652,08 met rente;
- de proceskosten.
(zie r.o. 2.5)
€ 2.489,08 +(€ 89.606,78 / 36)
3.De beslissing
maandag 11 maart 2024de uitkeringsspecificaties van het UWV die betrekking hebben op [verzoekster01] over de periode oktober 2022 tot en met juli 2023, alsmede met het UWV gevoerde correspondentie over de uitbetaling van het bedrag van € 8.652,08 in het geding moet brengen, onder gelijktijdige toezending aan [verzoekster01] ;