ECLI:NL:RBROT:2024:8772

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 september 2024
Publicatiedatum
10 september 2024
Zaaknummer
24/7814
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake verkeersbesluit stoepparkeren in Rotterdam

In de zaak betreft het een verzoek om een voorlopige voorziening door verzoekster, die woont op de Wilgenoord in Rotterdam. De gemeente Rotterdam heeft op 22 mei 2023 een verkeersbesluit genomen dat het parkeren met twee wielen op de stoep toestaat, wat eerder al gedoogd werd. Verzoekster verzet zich tegen dit besluit en vraagt de voorzieningenrechter om het verkeersbord dat dit toestaat te laten verwijderen totdat er uitspraak is gedaan op haar beroepschrift. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 5 september 2024 behandeld, waarbij verzoekster en haar gemachtigden aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam.

De voorzieningenrechter overweegt dat het verkeersbesluit en het bijbehorende verkeersbord de gedoogsituatie niet wezenlijk veranderen, aangezien het stoepparkeren al eerder was toegestaan. Het verwijderen van het verkeersbord zou niet leiden tot een andere situatie, omdat de gedoogsituatie blijft bestaan. Bovendien is er geen bewijs van een onveilige verkeerssituatie gepresenteerd. De voorzieningenrechter concludeert dat verzoekster de uitspraak in de hoofdzaak kan afwachten en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak is gedaan op 10 september 2024, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/7814

uitspraak van de voorzieningenrechter van 10 september 2024 in de zaak tussen

[naam verzoekster] , uit [plaats] , verzoekster

en

het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam

(gemachtigde: mr. A. Zonneveld).

Samenvatting

In de straat waar verzoekster woont, mocht al op de stoep worden geparkeerd zonder dat het college daartegen optrad (gedoogsituatie). Het college heeft een verkeersbesluit genomen, waardoor het stoepparkeren nu ook formeel wordt toegestaan. Het verkeersbord dat dit toestaat, is inmiddels geplaatst. Verzoekster wil dat het verkeersbord wordt weggehaald totdat er uitspraak is gedaan op haar beroepschrift. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Als het verkeersbord wordt weggehaald, geldt nog steeds de gedoogsituatie dat auto’s op de stoep mogen parkeren. Daarnaast is niet gebleken van een onveilige verkeerssituatie. De voorzieningenrechter vindt daarom dat verzoekster de uitspraak van de rechtbank in de hoofdzaak kan afwachten. Het verzoek wordt afgewezen.

Inleiding

1. Het college heeft op 22 mei 2023 een verkeersbesluit genomen, waardoor het is toegestaan om op de Wilgenoord met twee wielen op de stoep te parkeren. Met het bestreden besluit van 19 januari 2024 op het bezwaar van verzoekster is het college bij dit besluit gebleven. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
2. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 5 september 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, [persoon A] , [persoon B] en [persoon C] (allen namens verzoekster) en de gemachtigde van het college.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Wat is er gebeurd?
3. Verzoekster woont op de Wilgenoord in Rotterdam (Hillegersberg). De gemeente Rotterdam heeft besloten om per april 2023 betaald parkeren in te voeren in delen van Hillegersberg, waaronder de straat waar verzoekster woont.
Waar gaat het in deze zaak om?
4. Volgens het college is er op de Wilgenoord een hoge parkeerdruk en wordt in deze straat gedoogd dat er met twee wielen op de stoep wordt geparkeerd. Het college heeft daarom besloten om het parkeren met twee wielen op de stoep in deze straat formeel toe te staan door het plaatsen van een verkeersbord en het aanbrengen van parkeervakmarkeringen. Verzoekster is het hier niet mee eens. Zij wil met het verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat het besluit nog niet in werking treedt totdat er uitspraak is gedaan op haar beroepschrift.
Huidige situatie
5. Het college heeft inmiddels een verkeersbord geplaatst aan het begin van de straat, waardoor het voor automobilisten duidelijk is dat er met twee wielen op de stoep geparkeerd mag worden. De gemachtigde van het college heeft tijdens de zitting toegezegd dat er tot de uitspraak in de beroepsprocedure geen parkeervakmarkeringen worden aangebracht.
Beroepszaak
6. Het bestreden besluit dateert van 19 januari 2024. De beroepstermijn liep daarom tot en met vrijdag 1 maart 2024. Het beroepschrift is op maandag 4 maart 2024 gestempeld door de rechtbank. De envelop bevat geen postzegel en is bij de rechtbank in de brievenbus gedeponeerd. Volgens verzoekster heeft zij dit op vrijdag 1 maart 2024 gedaan. De voorzieningenrechter laat het aan de rechter in de beroepsprocedure over om te beoordelen of verzoekster op tijd beroep heeft ingesteld tegen het bestreden besluit. Zij zal alleen een oordeel geven over het verzoek om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af
7. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Belangenafweging
8. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift. De voorzieningenrechter moet eerst bepalen of er voldoende spoedeisend belang is voordat de zaak inhoudelijk kan worden beoordeeld.
9. Op de Wilgenoord mocht al met twee wielen op de stoep worden geparkeerd, zonder dat het college daartegen optrad (gedoogsituatie). Door het nemen van het verkeersbesluit en het plaatsen van het verkeersbord, is deze situatie feitelijk niet gewijzigd. Als de werking van het verkeersbesluit wordt geschorst en het verkeersbord wordt weggehaald, staat het college stoepparkeren nog steeds toe. Verzoekster kan met het verzoek om een voorlopige voorziening dus niet op korte termijn bereiken dat er helemaal niet op de stoep geparkeerd mag worden in de straat waar zij woont.
10. Verzoekster voert aan dat het plaatsen van het verkeersbord automobilisten uitnodigt om met twee wielen op de stoep te parkeren, terwijl er voorheen weinig op de stoep werd geparkeerd. Volgens verzoekster is er nu meer overlast en levert dit een gevaar op voor de verkeersveiligheid, omdat voetgangers – en vooral mensen met rollators en kinderwagens – geen gebruik kunnen maken van de stoep. Deze (kwetsbare) groep mensen wordt volgens verzoekster gedwongen om de weg op te gaan.
11. De politie heeft een positief advies afgegeven voor het verkeersbesluit, met de kanttekening dat het college moet nastreven om op de stoep een vrije doorgang te houden voor mindervalide voetgangers en voetgangers met kinderwagens. Het college heeft tijdens de zitting verklaard dat 1/5e deel van de stoep gebruikt zal worden voor de parkeervakken, waardoor er nog 1,69 meter stoep overblijft. De voorzieningenrechter verwacht daarom dat er voldoende ruimte op de stoep overblijft voor mindervalide voetgangers en mensen met kinderwagens.
12. Op dit moment worden de parkeervakmarkeringen echter nog niet aangebracht, waardoor automobilisten op een groter deel van de stoep kunnen parkeren en voetgangers gedwongen worden om gebruik te maken van de straat. De voorzieningenrechter heeft daarom nagedacht of dat een onveilige verkeerssituatie zou kunnen opleveren. De straat waarin verzoekster woont, is een doodlopende straat. De voorzieningenrechter gaat er daarom van uit dat er weinig verkeer door de straat gaat, zodat niet valt in te zien dat de verkeersveiligheid zodanig in het geding komt dat er direct maatregelen genomen moeten worden. Ook geldt er ter plaatse een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur, zodat automobilisten ook kunnen anticiperen op eventuele voetgangers die gebruik maken van de straat.
13. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen, omdat ook zonder verkeersbord auto’s met twee wielen op de stoep mogen parkeren. Verder verwacht de voorzieningenrechter niet dat er een onveilige verkeerssituatie zal ontstaan als voetgangers tijdelijk (tot het aanbrengen van de parkeervakmarkeringen) gebruik moeten maken van de straat.

Conclusie en gevolgen

14. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat het college het verkeersbord voorlopig niet hoeft weg te halen. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Lunenberg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van E.C. Petrusma, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 10 september 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.