Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding, met producties 1 tot en met 6
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in (deels voorwaardelijke) reconventie, met producties 1 tot en met 40, waaronder een USB-stick;
- de oproepingsbrief van de rechtbank van 15 januari 2024;
- de zittingsagenda;
- de conclusie van antwoord in (deels voorwaardelijke) reconventie, met producties 7 tot en met 24;
- productie 41 van 4Evergreen;
- de akte houdende eisvermeerdering van WarmCO;
- de mondelinge behandeling van 22 mei 2024;
- de pleitnota van WarmCO;
- de pleitnota van 4Evergreen.
2.De zaak in het kort
nietnodig is voor de paprikateelt mag worden meegenomen voor de berekening van de energiekosten van de referentielocatie. Dat is volgens de rechtbank het geval. Het verrekeningsverweer van 4Evergreen faalt weliswaar wegens een tussen partijen overeengekomen, toelaatbaar verrekeningsverbod, maar de tegenvordering (betalingsvordering) van 4Evergreen slaagt wel op grond van het addendum. 4Evergreen moet zelf wel ook de onbetaalde facturen van WarmCO betalen.
3.De feiten
Totaal te verkopen stroom’ aan de Marktconformiteitstoets toegevoegd en is ook de opbrengst van de verkochte stroom in de afrekening opgenomen.
4.Het geschil
in conventie
- i) 4Evergreen veroordeelt tot betaling aan WarmCO van € 3.613.744,40, te weten de openstaande facturen van WarmCO zoals volgt uit productie 5 en productie 6 van WarmCO, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de datum van opeisbaarheid van de betreffende bedragen tot de dag van volledige betaling;
- ii) het door 4Evergreen gelegde conservatoire eigenbeslag d.d. 13 december 2023 uit hoofde van het verlof d.d. 11 december 2023 opheft, althans 4Evergreen veroordeelt om dit eigenbeslag op te heffen binnen 48 uur na betekening van het in dezen te wijzen vonnis;
- iii) 4Evergreen veroordeelt in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de daarover verschuldigde wettelijke rente vanaf veertien dagen na de datum van het in dezen te wijzen vonnis.
commodityCO2 en de jaarlijkse afrekening van de
Commodity’sCO2 en warmte. In totaal heeft 4Evergreen een bedrag onbetaald gelaten van € 3.613.744,40 (incl. btw). De betalingstermijn van deze facturen is al verstreken. 4Evergreen verkeert dus van rechtswege in verzuim (vgl. ook art. 10.8 van de Overeenkomst).
- De verschuldigdheid van een gedeelte van de door WarmCO verzonden facturen wordt door 4Evergreen betwist, omdat er geen sprake was van de zogenaamde "take or pay". Het gaat om de facturen ter grootte van € 117.443,69. WarmCO heeft ten onrechte facturen verzonden voor bepaalde periodes in 2021, terwijl gedurende die periodes geen CO2 werd aangeboden.
- Voor zover door de rechtbank geoordeeld zou worden dat 4Evergreen wél zou moeten betalen voor de weken in 2021 dat geen CO2 werd aangeboden, heeft 4Evergreen een tegenvordering op WarmCO van € 179.596,20, inclusief 9% btw (€ 164.767,16 exclusief 9% btw), omdat WarmCO in 2021 niet voldaan heeft aan het in de Overeenkomst genoemde leveringsbetrouwbaarheidspercentage van ten minste 95%;
- 4Evergreen heeft op grond van de afspraken in het Addendum recht op financiële compensatie over 2019, 2020 en 2021, in totaal € 3.203.434,97 exclusief btw
- 4Evergreen doet vanwege bovengenoemde tegenvorderingen van haar een beroep op verrekening;
- Vanwege het rechtsgeldige beroep van 4Evergreen op een opschortingsrecht komt aan
- Ten onrechte wordt in het petitum aanspraak gemaakt op betaling van de wettelijke handelsrente, want partijen zijn daar contractueel van afgeweken in artikel 10.9 van de Overeenkomst (“wettelijke rente”);
- Verder geldt dat 4Evergreen vanaf 12 december 2023 geen wettelijke rente meer verschuldigd is. Op die datum is beslag gelegd op haar schuld aan WarmCO en vanaf die datum was het haar niet meer toegestaan om haar schuld te betalen aan WarmCO;
- Het eigenbeslag leidt ertoe dat de vordering van WarmCO door 4Evergreen niet langer betaald kan en mag worden. De vordering in conventie kan dan ook niet worden toegewezen, zolang er beslag ligt op de vordering van WarmCO. Het is 4Evergreen niet meer toegestaan om haar schuld te betalen aan WarmCO;
- 4Evergreen verzoekt de rechtbank verder om– indien en voor zover de rechtbank zou
- i) onder de voorwaarde dat 4Evergreen in de procedure in conventie niet bevoegd is om haar schuld aan WarmCO te verrekenen met haar vordering op WarmCO: WarmCO veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 3.880.643,31, inclusief btw, uit hoofde van financiële compensatie over de jaren 2019, 2020, en 2021 zoals overeengekomen in het in mei 2017 ondertekende addendum en de in december 2018 ondertekende referentieberekening, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 mei 2020 (over de financiële compensatie over 2019 ad € 1.271.007,78), 1 mei 2021 (over de financiële compensatie over 2020 ad € 1.743.764,47) en 1 mei 2022 (over de financiële compensatie over 2021 ad € 865.871,06), althans de vervaldata van de facturen overgelegd als productie 32;
- ii) onder de voorwaarde dat 4Evergreen in de procedure in conventie niet bevoegd is om haar schuld aan WarmCO te verrekenen met haar vordering op WarmCO en de vordering van WarmCO voor de gecontracteerde Jaarcommodity CO2 in 2021 in conventie volledig zou worden toegewezen: WarmCO veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 179.596,20, inclusief 9% btw, uit hoofde van het tekortschieten in de Leveringsbetrouwbaarheid van CO2 in 2021, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 maart 2022;
- iii) voor recht verklaart dat 4Evergreen jaarlijks het bedrag aan financiële compensatie waar zij recht op heeft vanaf 2024 tot en met november 2028 mag bepalen door de toepassing van de referentieberekening die op 11 december 2018 en 12 december 2018 door partijen ondertekend is en in de jaren 2016, 2017 en 2018 reeds is toegepast;
- iv) WarmCO veroordeelt in de proceskosten;
- v) WarmCO veroordeelt in de kosten die 4Evergreen heeft gemaakt in het kader van de beslaglegging.
- 4Evergreen heeft op grond van de afspraken in het Addendum recht op financiële compensatie over 2019, 2020 en 2021, in totaal € 3.203.434,97 exclusief btw
- 4Evergreen heeft ook nog recht op een bedrag van € 179.596,20, inclusief 9% btw
- 4Evergreen heeft belang bij toewijzing van de door haar gevorderde verklaring voor
- 4Evergreen legt de Marktconformiteitstoets uit het Addendum verkeerd uit;
- Ook als de uitleg van 4Evergreen wél gevolgd zou moeten worden en de Marktconformiteitstoets op de door 4Evergreen voorgestane wijze zou moeten worden toegepast, kan van WarmCO geen onverkorte nakoming van het Addendum worden verlangd en staat de ‘hardheidsclausule’ van artikel 17.2 van de Overeenkomst daarom in de weg aan onverkorte toepassing van het Addendum;
- Bovendien is onverkorte toepassing van die toets onaanvaardbaar volgens de maatstaven van redelijkheid en billijkheid;
- WarmCO is niet toerekenbaar tekortgeschoten in de Leveringsbetrouwbaarheid van CO2
5.De beoordeling
1. Inleiding
€ 117.443,69 (excl. btw) in 2021.
€ 3.203.434,97 exclusief btw (€ 3.880.643,31 inclusief btw) en anderzijds in totaal
€ 179.596,20 inclusief 9% btw (€ 164.767,16 exclusief 9% btw) doet 4Evergreen een beroep op verrekening. Als gezegd, 4Evergreen baseert eerstgenoemde vordering op het Addendum en laatstgenoemde vordering op de omstandigheid dat WarmCO in 2021 niet voldaan zou hebben aan het in artikel 5.14 van de Overeenkomst genoemde leveringsbetrouwbaarheidspercentage voor CO2 van ten minste 95%.
]
haarbeurt betwist 4Evergreen dat het verrekeningsverbod van toepassing is in de deze zaak. Dat zit volgens haar als volgt. Enerzijds betwist 4Evergreen dat het verrekeningsverbod van toepassing is op haar verrekeningsverweer ten aanzien van haar vordering op grond van het Addendum. Volgens 4Evergreen zijn de verplichtingen die in het Addendum zijn aangegaan namelijk geen verplichtingen die in de Overeenkomst zijn aangegaan. Anderzijds voert 4Evergreen aan dat het beroep dat WarmCO doet op het verrekeningsverbod onaanvaardbaar is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Dat standpunt baseert 4Evergreen op twee omstandigheden. De ene omstandigheid is dat WarmCO volgens 4Evergreen toerekenbaar tekort is geschoten in de verplichtingen uit het Addendum. De andere omstandigheid is dat WarmCO volgens 4Evergreen via het aanbieden om de afspraken in het Addendum aan te gaan 4Evergreen ertoe heeft bewogen om uit te breiden in Terneuzen en meer restwarmte en rest-CO2 van WarmCO af te nemen. 4Evergreen heeft van dat aanbod gebruik gemaakt en is veel meer warmte en CO2 af gaan nemen in Terneuzen, aldus 4Evergreen. Vervolgens haalt WarmCO, aldus 4Evergreen, ‘de brug op’ en geeft zij aan de afspraken in het Addendum niet na te willen komen, maar gaat zij wél over tot dagvaarding teneinde 4Evergreen te dwingen over te gaan tot betaling voor warmte en CO2.
[na;Rechtbank
]ontvangst van de berekening binnen 4 weken het verschil crediteren.”
ookhet verrekeningsverweer van 4Evergreen voor haar vordering op grond van het Addendum. Het verrekeningsverbod staat dus in de weg aan de verrekening door 4Evergreen van haar schuld aan WarmCO met haar tegenvorderingen op WarmCO.
handelsrente. Tijdens de mondelinge behandeing zijn partijen echter overeengekomen dat de verschuldigde rente de rente is van artikel 10.9 van de Overeenkomst en dat daarmee bedoeld is de wettelijke rente van artikel 6:119 BW. In artikel 10.4 van de Overeenkomst is bepaald dat de betalingstermijn voor de afnemer, 4Evergreen derhalve, dertig dagen vanaf de factuurdatum bedraagt.
- nr [factuurnummer 1] d.d. 7-2-2020 ad € 161.885,60 (Vastrecht A + B jan 2020)
- nr [factuurnummer 2] d.d. 7-2-2020 ad € 161.885,60 (Vastrecht A + B feb 2020)
- nr [factuurnummer 3] d.d. 5-3-2020 ad € 161.885,60 (Vastrecht A + B maart 2020)
- nr [factuurnummer 4] d.d. 7-2-2020 ad € 161.885,60 (Vastrecht A + B april 2020).
€ 1.271.007,78, over het jaar 2020 op een bedrag van € 1.743.764,47 en over het jaar 2021 op een bedrag van € 865.871,06 in totaal dus op een bedrag van € 3.880.643,31 (incl. btw).
- i) De door WarmCO gevolgde werkwijze, waarbij zij gebruik maakt van restwarmte en rest-CO2, is veel duurzamer dan de werkwijze van 4Evergreen, die gebruik maakt van een WKK-installatie. Tuinders hebben bovendien bij de werkwijze van WarmCO lange-termijn-zekerheid (vanwege de vaste en langdurige contracten), krijgen een hoge kwaliteit aan CO2 en hoeven weinig investeringen te doen. Al deze voordelen wegen niet op tegen het nadeel van de door WarmCO gehanteerde vaste tariefstructuur dat tuinders in sommige jaren duurder uit zijn dan wanneer zij gebruik hadden gemaakt van bepaalde alternatieve energievoorzieningen, temeer omdat WarmCO voor de verhoudingsgewijs 'duurdere’ jaren voor 4Evergreen heeft gezorgd voor een bijzonder aantrekkelijke regeling in de vorm van de Marktconformiteitstoets. Andere telers hebben die regeling niet (en houden óók hun hoofd boven water).
- ii) Met de door 4Evergreen voorgestane toepassing van de Marktconformiteitstoets wordt bovendien geen recht gedaan aan de enige bedoeling die (in ieder geval) WarmCO had met de Marktconformiteitstoets, namelijk om 4Evergreen tegemoet te komen in haar zorgen over de dalende gasprijs en de gevolgen die dit zou hebben voor de kostprijs van paprika’s (en daarmee voor de concurrentiepositie van 4Evergreen). De Marktconformiteitstoets moet vanuit die context worden bezien, namelijk als een mechanisme om de kosten van energielevering door WarmCO te kunnen vergelijken met de kosten van gasgestookte teelt. Bij deze vergelijking dient de warmte- en CO2-behoefte van de teelt leidend te zijn. Hoewel het 4Evergreen vanzelfsprekend vrij staat om de WKK-installatie ook op basis van marktsturing aan te zetten, behoren de daaraan verbonden kosten en opbrengsten niet te worden meegenomen in de referentieberekening. Een andere interpretatie resulteert in een situatie die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is en mogelijk kan resulteren in een faillissement van WarmCO.
- een bedrag van € 1.271.007,78 (incl. btw) met betrekking tot
- een bedrag van € 1.743.764,47 (incl. btw) met betrekking tot
- een bedrag van € 865.871,06 (incl. btw) met betrekking tot
handelsrente gevorderd over bovengenoemde compensatiebedragen. Zij heeft daarmee echter bedoeld de wettelijke rente van artikel 6:119 BW. Zie 5.25 hierboven. Tegen deze rente-vordering van 4Evergreen is geen specifiek verweer gevoerd, zodat deze rente zal worden toegewezen op de wijze als in de beslissing is bepaald.
conventiezal 4Evergreen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld. Deze kosten aan de zijde van WarmCO worden tot aan deze uitspraak begroot op:
conventiegevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten is geen specifiek verweer gevoerd, zodat deze zal worden toegewezen op de wijze als in de beslissing is bepaald.
reconventiezal WarmCO als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld. Deze kosten aan de zijde van 4Evergreen worden tot aan deze uitspraak begroot op:
6.De beslissing
€ 3.880.643,31, inclusief btw, uit hoofde van financiële compensatie over de jaren 2019, 2020, en 2021 zoals overeengekomen in het Addendum en de in december 2018 ondertekende referentieberekening, te vermeerderen met de wettelijke rente van artikel 6:119 BW vanaf 1 mei 2020 over de financiële compensatie over 2019 ten bedrage van
€ 1.271.007,78, vanaf 1 mei 2021 over de financiële compensatie over 2020 ten bedrage van € 1.743.764,47 en vanaf 1 mei 2022 over de financiële compensatie over 2021 ten bedrage van € 865.871,06;