ECLI:NL:RBROT:2024:8718
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening sluiting tabakshop wegens overtreding Opiumwet
Op 9 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekers, vertegenwoordigd door mr. D.W.E. Urbanus, en de burgemeester van de gemeente Dordrecht, vertegenwoordigd door mr. M. Baardman, mr. D. van de Water en mr. J. van Herwijnen. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen de sluiting van een tabakshop voor de duur van vier weken, opgelegd vanwege de verkoop en aanwezigheid van drugsgerelateerde goederen. De burgemeester had op 31 juli 2024 besloten het bedrijfspand te sluiten na een controle op 21 juni 2024, waarbij diverse drugsgerelateerde artikelen werden aangetroffen, waaronder weegschaaltjes en gripzakjes. Verzoekers maakten bezwaar tegen dit besluit en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft op 26 augustus 2024 de zaak behandeld en geconcludeerd dat er geen spoedeisend belang aanwezig is. De financiële gevolgen van de sluiting zijn niet voldoende onderbouwd door verzoekers, en de sluiting is van relatief korte duur. Bovendien is er geen evident onrechtmatig besluit vastgesteld, aangezien de burgemeester de sluiting heeft gemotiveerd als noodzakelijk voor het herstel van de openbare orde. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, zonder aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.