ECLI:NL:RBROT:2024:8651

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 augustus 2024
Publicatiedatum
6 september 2024
Zaaknummer
FT RK 24-825
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) en vaststelling ingangsdatum

Op 30 augustus 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de heer [verzoeker], die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. De heer [verzoeker] heeft verzocht om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) en om de ingangsdatum van deze regeling vast te stellen op 30 mei 2023. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen, na beoordeling van de omstandigheden van de heer [verzoeker] en zijn inspanningen om aan zijn verplichtingen te voldoen. Tijdens de zitting op 26 augustus 2024 zijn verschillende betrokkenen verschenen, waaronder de schuldhulpverlener en de beschermingsbewindvoerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [verzoeker] aan de eisen voor toelating tot de WSNP voldoet, waaronder de afdrachtverplichting en de inspanningsverplichting. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het softdrugsgebruik van de heer [verzoeker], maar concludeert dat dit zijn vermogen om aan de WSNP-verplichtingen te voldoen niet in de weg zal staan. De rechtbank heeft de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld op 30 mei 2023, en de einddatum op 28 februari 2025. Tevens is er een bewindvoerder benoemd die toezicht houdt op de naleving van de verplichtingen van de heer [verzoeker]. De rechtbank heeft de termijn van de schuldsaneringsregeling verlengd met drie maanden, zodat de heer [verzoeker] voldoende tijd heeft om aan zijn verplichtingen te voldoen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 30 augustus 2024.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
insolventienummer: [nummer]
vonnis van:
30 augustus 2024
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [adres] ,
[postcode] [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat
De heer [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft de heer [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. Daarnaast verzoekt de heer [verzoeker] om de ingangsdatum van de WSNP vast te stellen op 30 mei 2023. Dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
De heer [verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 26 augustus 2024. Op de zitting zijn verschenen:
- de heer [verzoeker] ,
- de heer [persoon A] , schuldhulpverlener bij Noordzij Bewindvoerders (hierna: schuldhulpverlener),
- de heer E. Gerritsen, werkzaam bij Bewindvoerderskantoor Gerritsen Bewind (hierna: beschermingsbewindvoerder),
- de heer [persoon B] , werkzaam bij het Leger des Heils (hierna: begeleider).
1.3.
Op 26 augustus 2024 heeft de schuldhulpverlener aanvullende stukken aan de rechtbank overgelegd.

2.De beoordeling van het verzoek

De toelating

2.1.
De heer [verzoeker] kan worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat de heer [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
De heer [verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De verplichtingen waaraan de heer [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen zijn: de informatieverplichting, de inspanningsverplichting, de verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan, de verplichting om schuldeisers niet te benadelen en de afdrachtverplichting. Er wordt een bewindvoerder benoemd. Deze bewindvoerder controleert of de verplichtingen worden nagekomen. Er wordt ook een rechter-commissaris benoemd. De taak van de rechter-commissaris is om toezicht te houden op de bewindvoerder.
2.4.
De rechtbank heeft bij de beoordeling van het verzoek in het bijzonder gekeken naar het softdrugsgebruik van de heer [verzoeker] . Ter zitting heeft de heer [verzoeker] verklaard dat hij in het verleden verslaafd is geweest aan harddrugs, maar dat hij nu minimaal zes jaar clean is. De heer [verzoeker] heeft ter zitting toegegeven dat hij gedurende bepaalde periodes bijna dagelijks softdrugs gebruikt als gevolg van de spanningen thuis. De begeleider heeft dit ter zitting bevestigd. De heer [verzoeker] heeft de mantelzorg voor zijn partner en zorgt daarnaast voor twee kinderen. Door het UWV is de heer [verzoeker] vrijgesteld van de sollicitatieverplichting vanaf 14 december 2023 tot 14 september 2024. De heer [verzoeker] stelt dat gedurende periodes dat hij werkt zijn softdrugsgebruik veel minder is en dat het gebruik zijn functioneren niet in de weg staat. De rechtbank is van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat het softdrugsgebruik van de heer [verzoeker] , mede gelet op de ontheffing van de sollicitatieverplichting, nakoming van de uit de WSNP voortvloeiende verplichtingen niet in de weg zal staan.
2.5.
Als de heer [verzoeker] zich tijdens het WSNP-traject houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op de heer [verzoeker] kunnen verhalen.
2.6.
Hooguit de eerste dertien maanden van het traject geldt een postblokkade. Dat betekent dat in die periode alle post naar de bewindvoerder gaat. De bewindvoerder stuurt de post na controle door aan de heer [verzoeker] . Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt, stopt ook de postblokkade.
2.7.
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van de heer [verzoeker] in Nederland ligt.
De ingangsdatum
2.8.
Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. De Faillissementswet bepaalt dat de termijn van de WSNP ingaat op de dag van dit vonnis.
2.9.
De heer [verzoeker] verzoekt de looptijd van de WSNP te verkorten met vijftien maanden. Dit wordt gezien als een verzoek om de ingangsdatum te bepalen op 30 mei 2023, vijftien maanden voorafgaand aan de datum van dit vonnis.
2.10.
Het verzoek om een eerdere ingangsdatum te bepalen wordt toegewezen als vanaf die eerdere datum de WSNP-verplichtingen (zie hiervoor onder 2.3.) zijn nagekomen. Een van die WSNP-verplichtingen is de afdrachtplicht, die onder meer inhoudt dat maandelijks het verschil tussen de netto inkomsten van een schuldenaar en het vrij te laten bedrag (hierna: vtlb) aan de boedel moet worden betaald. Het vtlb wordt berekend met de vtlb-calculator die via het internet beschikbaar is. Om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, moet dus aansluitend maandelijks sprake zijn van aflossingen die tenminste gelijk zijn aan het genoemde verschil tussen de netto inkomsten en het vtlb. Daarnaast moet er bij arbeidsgeschiktheid fulltime gewerkt worden of moet er aantoonbaar worden gesolliciteerd naar een fulltime baan.
2.11.
De rechtbank stelt vast dat het door de heer [verzoeker] in het voorafgaande schuldhulpverleningstraject gespaarde bedrag van (tenminste) € 5.059,27 gelijk is aan het bedrag dat in de WSNP zou worden gespaard, inhoudende het verschil tussen de netto inkomsten en het vtlb. Daarnaast is in de periode van het schuldhulpverleningstraject ook aan de inspanningsverplichting voldaan. De heer [verzoeker] heeft in de maanden mei 2023 tot december 2023 fulltime betaalde arbeid verricht. In de periode december 2023 tot heden heeft de heer [verzoeker] een WW-uitkering ontvangen. De heer [verzoeker] is door het UWV vrijgesteld van de sollicitatieverplichting vanaf 14 december 2023 tot 14 september 2024. Hiermee is aan de verplichtingen voldaan.
2.12.
De rechtbank komt dus tot de conclusie dat het verzoek om een eerdere ingangsdatum moet worden toegewezen.
Duur van de schuldsaneringsregeling
2.13.
In de uitspraak van vandaag wordt ook een bewindvoerder benoemd. De taak van de bewindvoerder is om te controleren of de schuldenaar de verplichtingen (zie hiervoor onder 2.3.) naleeft. De taak van de bewindvoerder is ook om de zogenaamde boedel van de schuldenaar te beheren en te vereffenen.
2.14.
Naast de verplichting om de inkomsten boven het vtlb te betalen aan de boedel en de verplichting om, in het geval er geen vrijstelling geldt, fulltime te werken of te solliciteren heeft de heer [verzoeker] ook andere verplichtingen, zoals de informatieverplichting, de verplichting om geen nieuwe schulden te laten ontstaan en de verplichting om schuldeisers niet te benadelen. Verder ontstaan sommige verplichtingen pas door het op verzoeker van toepassing verklaren van de WSNP. Dat betreft bijvoorbeeld de verplichting om tot de boedel behorende goederen af te staan. In dit geval is de ingangsdatum van de WSNP bepaald op 30 mei 2023. Dat is (meer dan) twaalf maanden voor de uitspraak van vandaag. De bewindvoerder heeft nu dus geen mogelijkheid gehad om die controle uit te oefenen. Daarom zal de rechtbank de termijn van de schuldsaneringsregeling verlengen met drie maanden tot en met 28 februari 2025.
2.15.
Omdat de heer [verzoeker] al wel vijftien maanden heeft voldaan aan zijn afdrachtverplichting en de verplichting om fulltime te werken of te solliciteren, is hij vanaf heden nog slechts drie maanden verplicht zich in te spannen zoveel mogelijk inkomsten te verzamelen en zijn inkomsten boven het vtlb te betalen aan de boedel. Dit vanwege het uitgangspunt van de wetgever dat de schuldsaneringsregeling in principe achttien maanden duurt, en de heer [verzoeker] op deze manier achttien maanden aan beide verplichtingen heeft voldaan. Alle overige verplichtingen blijven de resterende duur van de regeling bestaan. Voor de duidelijkheid merkt de rechtbank op dat alles wat de heer [verzoeker] heeft en tijdens de resterende periode van de schuldsaneringsregeling verkrijgt, in de boedel valt.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum] -1981 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. M.C. Snel-van den Hout
en tot bewindvoerder A. Noordzij,
gevestigd te Postbus 7441,
3284 ZG Zuid-Beijerland;
- stelt de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vast op 30 mei 2023 en de einddatum op 28 februari 2025;
- bepaalt dat vanaf de dag van dit vonnis de afdrachtverplichting en de verplichting om fulltime te werken of te solliciteren nog drie maanden van toepassing blijven, en dat de overige verplichtingen gedurende de hele regeling onverkort van toepassing blijven;
- draagt de bewindvoerder op om de komende zes maanden de post van de heer [verzoeker] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Deze vergoeding is gelijk aan 1/7e deel van de overeenkomstig artikel 2 van dat Besluit te berekenen vergoeding. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en,
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. M.C. Snel-van den Hout, rechter, in samenwerking met S.R.L.T. Peek, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 augustus 2024.