Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de man, ingekomen op 19 december 2023;
- het bericht met bijlagen van de man van 1 augustus 2024.
- de man, bijgestaan door zijn advocaat;
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), in zijn adviserende rol, vertegenwoordigd door [persoon A] ;
- de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: de GI), vertegenwoordigd door [persoon B] .
2.De vaststaande feiten
- drie achtereenvolgende weekenden van vrijdag 17:30 uur tot zondag 16:30 uur;
- in week vier van vrijdag 17:30 tot zaterdag 19:00 uur;
- de helft van de vakanties en feestdagen.
- alle weekenden met uitzondering van het eerste weekend van de maand;
- de helft van de vakanties en feestdagen.
3.De beoordeling
- beëindiging van het gezamenlijk gezag en hem als enige te belasten met het gezag over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] ;
- te bepalen dat [voornaam minderjarige 2] haar gewone verblijfplaats bij hem zal hebben;
- de afsprakenovereenkomst die door Enver is opgesteld en door partijen is ondertekend vast te stellen en in de beschikking op te nemen;
- te bepalen dat voor het jaar 2024 de studiedagen, de vakanties en feestdagen bij helfte tussen partijen worden verdeeld, alsmede de weekenden worden verdeeld zoals beschreven in randnummers 10 tot en met 12 van het inleidend verzoekschrift.
21 oktober 2024om
9:00 uur, waarbij de in deze procedure voorliggende verzoeken opnieuw worden behandeld gelijktijdig met een eventueel verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling. In de tussentijd blijft de huidige situatie ongewijzigd en loopt de huidige (door partijen bij Enver overeengekomen) zorgregeling door, waarbij de GI een grote rol heeft in het monitoren van de thuissituatie van [voornaam minderjarige 2] bij de vrouw. Van de GI wordt verder verwacht dat zij zo mogelijk in een schriftelijk verslag maar in ieder geval op de aanstaande mondelinge behandeling zich uitlaat over hoe het dan gaat met de minderjarigen, zowel in de thuissituatie bij de man als in die van de vrouw, over welke veiligheidsafspraken er zijn gemaakt met de vrouw naar aanleiding van het incident op 12 juli 2024 en wat verder voor de toekomst het plan van aanpak is.
4.De beslissing
21 oktober 2024 te 9:00 uur, met het verzoek aan de advocaten van partijen en de GI om zich uiterlijk twee weken voor deze datum schriftelijk uit te laten over de stand van zaken;