ECLI:NL:RBROT:2024:8557

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 juli 2024
Publicatiedatum
5 september 2024
Zaaknummer
C/10/682157 / JE RK 24-1446
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp en benoeming bijzondere curator voor minderjarige

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 18 juli 2024, wordt een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], die op dat moment zes maanden zwanger is. De kinderrechter oordeelt dat jeugdhulp noodzakelijk is vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] recentelijk een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt in de gesloten accommodatie, maar dat zij ook kwetsbaar blijft, vooral door haar relatie met haar vriendje. Dit heeft geleid tot een situatie waarin de kinderrechter van mening is dat een thuisplaatsing op dit moment niet veilig is.

De kinderrechter heeft ook de rol van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) in deze zaak benadrukt, die een verzoek heeft ingediend voor de machtiging. De ouders van [voornaam minderjarige] steunen haar, maar zijn ook bezorgd over haar veiligheid en de noodzaak van een goed veiligheidsplan voordat zij naar huis kan. De kinderrechter heeft de GI verzocht om een rapportage over de actuele stand van zaken en heeft de beslissing over het verzoek voor het overige aangehouden.

Daarnaast is mr. L.A. Middelkoop benoemd tot bijzondere curator voor [voornaam minderjarige], zodat zij in juridische zaken kan worden bijgestaan. De kinderrechter heeft de noodzaak van deze benoeming onderstreept, gezien de complexiteit van de situatie en de juridische stappen die nog zullen volgen. De kinderrechter heeft de machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend tot 24 augustus 2024, met de mogelijkheid om de situatie opnieuw te beoordelen op basis van de ontwikkelingen in de komende weken.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/682157 / JE RK 24-1446
Datum uitspraak: 18 juli 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp en benoeming bijzondere curator
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen de GI,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2007 in [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] ,
advocaat mr. L.A. Middelkoop te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder],
hierna te noemen de moeder, wonende in [woonplaats] ,
[naam vader],
hierna te noemen de vader, wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 2 juli 2024;
  • de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 15 juli 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 18 juli 2024. Daarbij waren aanwezig:
- [voornaam minderjarige] met haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door een tolk Roemeens;
- de moeder, bijgestaan door een tolk Roemeens;
- een vertegenwoordiger van de GI, mw. [persoon A] .
1.3.
De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige] naar haar mening gevraagd. [voornaam minderjarige] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter in het bijzijn van haar advocaat. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [voornaam minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] .
2.2.
[voornaam minderjarige] verblijft op een gesloten groep van Horizon, locatie [naam locatie] .
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 22 april 2024 [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot 22 april 2025.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 17 mei 2024 een machtiging verleend [voornaam minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 11 juni 2024 tot 11 augustus 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt een machtiging om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.

4.De standpunten

4.1.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Vanwege de positieve ontwikkeling van [voornaam minderjarige] op de groep was de GI voornemens om toe te werken aan het uitbreiden van verlofmomenten en het opbouwen van vrijheden, totdat [voornaam minderjarige] opnieuw in de fout ging door een plan te maken om samen met haar vriendje weg te kunnen lopen. [voornaam minderjarige] heeft daarmee laten zien nog steeds erg kwetsbaar te zijn en niet de juiste keuzes te maken. Een thuisplaatsing is daarom nog niet mogelijk. [voornaam minderjarige] heeft eerder een patroon laten zien waarbij zij goed kan aangeven wat ze wil en wat goed voor haar zou zijn, maar zich vervolgens toch niet aan de afspraken houdt. Het onderzoek van het LECK naar [voornaam minderjarige] ’s schoonfamilie is recent afgerond. De GI wacht op de uitslagen van dit onderzoek, maar het is vooralsnog onduidelijk welk deel van het rapport de GI mag ontvangen, in verband met privacyregels. Aan de hand van de uitkomsten van dat onderzoek, zal een veiligheidsplan worden gemaakt voor de thuisplaatsing van [voornaam minderjarige] . De GI is met alle betrokkenen van mening dat een gesloten plaatsing niet een ideale plek is om te bevallen van een kindje, maar een thuisplaatsing moet wel veilig zijn. Die veiligheid kan op dit moment nog niet worden gegarandeerd. Een overplaatsing naar een andere plek is niet wenselijk. De Raad voor de Kinderbescherming doet op dit moment onderzoek naar de gezagssituatie van het nog ongeboren kind.
4.2.
Door en namens [voornaam minderjarige] is verweer gevoerd tegen het verzoek. [voornaam minderjarige] realiseert zich dat zij een fout heeft gemaakt door opnieuw contact te zoeken met haar vriendje en plannen te maken om samen weg te kunnen. [voornaam minderjarige] realiseert zich ook dat ze daarmee haar kindje in gevaar heeft gebracht. [voornaam minderjarige] begrijpt daarom ook dat het verzoek is gedaan. Toch wil [voornaam minderjarige] graag zo snel mogelijk naar huis. De relatie met haar ouders is de afgelopen maanden sterk verbetert. De ouders steunen [voornaam minderjarige] inmiddels ook in haar zwangerschap. [voornaam minderjarige] krijgt hulpverlening en heeft goed contact met haar mentor en begeleiders. [voornaam minderjarige] ziet nu in dat haar relatie ongezond en onveilig was. Al deze factoren bij elkaar maken dat er meer fundament is om weerstand te bieden tegen [voornaam minderjarige] ’s vriendje en diens familie. [voornaam minderjarige] gaat binnenkort bevallen van haar kindje. Het is zeer belangrijk dat zij dat proces vanuit huis, met de steun van haar ouders, kan doorlopen. Een gesloten groep is hiervoor niet passend. Namens [voornaam minderjarige] wordt primair verzocht om het verzoek af te wijzen, subsidiair om het verzoek voor nog slechts één maand toe te wijzen zodat er een veiligheidsplan kan worden gemaakt. Daarnaast heeft mr. Middelkoop verzocht haar te benoemen tot bijzondere curator over [voornaam minderjarige] om [voornaam minderjarige] te kunnen bijstaan in alle juridische zaken die nog zullen gaan volgen.
4.3.
De ouders kunnen zich vinden in het verzoek, maar zouden liever zien dat [voornaam minderjarige] op korte termijn naar huis komt. [voornaam minderjarige] heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Op de gesloten groep heeft ze veel geleerd en ervaart ze meer rust. De ouders zijn tevreden. Zij hopen daarom dat [voornaam minderjarige] eerder naar huis mag. De ouders begrijpen dat het nodig is om veiligheidsmaatregelen te treffen voordat [voornaam minderjarige] thuisgeplaatst wordt. Daarnaast is het voor [voornaam minderjarige] belangrijk dat zij vertrouwen vanuit de instanties ervaart.

5.De beoordeling

Machtiging gesloten jeugdhulp
5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [voornaam minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die zij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw)).
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting volgt dat [voornaam minderjarige] de afgelopen tijd in de geslotenheid een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. [voornaam minderjarige] ontvangt therapie, heeft goed contact met haar mentor en begeleiders, stelt zich open en ervaart meer rust. Ook de band met haar ouders is aanzienlijk verbeterd. Zij ervaart meer steun van hen en lijkt zelf meer inzicht te hebben gekregen. [voornaam minderjarige] stond op het punt om haar verlofmomenten uit te breiden en haar vrijheden uit te breiden.
Helaas heeft [voornaam minderjarige] recent opnieuw een misstap begaan. [voornaam minderjarige] heeft, met hulp van een groepsgenoot, een plan gemaakt om met haar vriendje weg te lopen. [voornaam minderjarige] heeft daarin zelf initiatief genomen. Ondanks haar positieve ontwikkeling, heeft [voornaam minderjarige] door deze misstap laten zien nog altijd zeer kwetsbaar te zijn. Niet alleen is het voor [voornaam minderjarige] ontzettend moeilijk om weerstand te bieden tegen haar (dwingende) vriendje, maar ook zelf maakt ze beslissingen die haar veiligheid en die van haar ongeboren kindje in gevaar brengen. Deze recente ontwikkeling maakt dat de zorgen om [voornaam minderjarige] nog altijd groot zijn. Bij een thuisplaatsing dient niet alleen rekening gehouden te worden met de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] , maar ook met haar vriendje en diens familie. Het is van belang dat de uitkomsten van het LECK-onderzoek zo snel (en zo uitgebreid) mogelijk worden gedeeld met de GI, zodat een gedegen veiligheidsplan kan worden opgesteld.
[voornaam minderjarige] is zes maanden zwanger. De kinderrechter is met [voornaam minderjarige] en haar advocaat eens dat het niet wenselijk is dat [voornaam minderjarige] binnen de gesloten setting zal bevallen. Tegelijkertijd moet de veiligheid van [voornaam minderjarige] en haar kind bij een thuisplaatsing voldoende gegarandeerd zijn. Risico’s zijn nooit geheel uit te sluiten, maar wel is van belang dat er hele strakke en duidelijke kaders worden bepaald waar iedereen zich aan dient te houden. Die zijn er op dit moment nog niet. De kinderrechter acht het daarom ook van belang dat de GI in gesprek gaat met de vriend van [voornaam minderjarige] .
5.3.
Gelet op het voorgaande is de kinderrechter van oordeel dat een thuisplaatsing op dit moment nog niet aan de orde is. Wel is er haast geboden bij het opstellen van een veiligheidsplan. De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp daarom verlenen voor de periode tot 24 augustus 2024 en het verzoek voor het overige aangehouden. In de tussentijd kunnen er hopelijk een aantal zeer belangrijke stappen gezet worden, zodat [voornaam minderjarige] zo snel mogelijk naar huis kan.
5.3.
De GI wordt verzocht om één week vóór de hierna vermelde zittingsdatum een briefrapportage (met afschrift aan de belanghebbenden en mr. Middelkoop) te overleggen over de dan actuele stand van zaken en aan te geven of het verzoek voor het overig verzochte wordt gehandhaafd. Een nieuwe instemmingsverklaring is niet nodig.
Bijzondere curator
5.4.
Ingevolge artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek kan de rechtbank, wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige, dan wel diens vermogen, de belangen van de met het gezag belaste ouders of één van hen, dan wel de voogd, in strijd zijn met die van de minderjarige, op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve, een bijzondere curator benoemen om de minderjarige ter zake zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen indien de rechtbank dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, daarbij in het bijzonder de aard van deze belangenstrijd in aanmerking genomen.
5.5.
De kinderrechter is van oordeel dat van een dergelijke situatie sprake is. [voornaam minderjarige] zal binnenkort bevallen van haar kindje. Gelet op de complexiteit van de relatie tussen de beide families, de jonge leeftijd van [voornaam minderjarige] en de juridische stappen die nog zullen gaan volgen, acht de kinderrechter het van belang dat er iemand voor [voornaam minderjarige] is die haar, ook na haar gesloten plaatsing, kan bijstaan. De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator al hetgeen te doen dat nodig is om [voornaam minderjarige] in en buiten rechte te vertegenwoordigen in haar belangen.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 11 augustus 2024 tot 24 augustus 2024;
6.2.
benoemt tot bijzondere curator om [voornaam minderjarige] in en buiten rechte te vertegenwoordigen:
mr. L.A. Middelkoop, kantoorhoudende aan de Westersingel 92, 3015 LC Rotterdam;
6.3.
bepaalt dat de benoeming geldt voor de duur van de ondertoezichtstelling;
en alvorens verder te beslissen:
6.4.
houdt de beslissing voor het overige verzochte aan en bepaalt dat het verhoor van de GI, de belanghebbenden, [voornaam minderjarige] en mr. Middelkoop in deze zaak zal plaatsvinden op
23 augustus 2024 te 14.00 uurin het
gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
6.5.
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. A.M.I. van der Does, kinderrechter;
6.6.
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de belanghebbenden en mr. Middelkoop;
6.7.
gelast de oproeping van [voornaam minderjarige] tegen voormelde zittingsdatum en tijdstip;
6.8.
verzoekt de GI zorg te dragen voor een tolk Roemeens voor de ouders;
6.9.
verzoekt de GI uiterlijk één week voor de genoemde datum de kinderrechter (met afschrift aan de belanghebbenden en mr. Middelkoop) de verzochte rapportage te doen toekomen.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2024 door mr. A.M.I. van der Does, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier, en op schrift gesteld op ***.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.