In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 juni 2024 een beschikking gegeven in een jeugdzorgzaak met betrekking tot de minderjarigen [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering heeft vervangende toestemming gevraagd voor het verkrijgen van een Nederlands reisdocument voor beide minderjarigen, omdat de moeder niet meewerkte aan de aanvraag van ID-kaarten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder, ondanks meerdere verzoeken, niet heeft meegewerkt aan het verkrijgen van de ID-kaarten, wat noodzakelijk is voor praktische zaken en een voorgenomen vakantie naar Italië. De vader heeft wel toestemming gegeven voor de aanvraag van nieuwe ID-kaarten. De rechtbank heeft het verzoek van de GI toegewezen en vervangende toestemming verleend voor de aanvraag van de reisdocumenten.
Daarnaast heeft de moeder verzocht om de schriftelijke aanwijzing van de GI, die betrekking heeft op de omgangsregeling met de kinderen, vervallen te verklaren. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de schriftelijke aanwijzing zorgvuldig tot stand is gekomen en dat de belangen van de kinderen, die bescherming nodig hebben tegen geweld, zwaarder wegen dan het belang van de moeder om zonder toezicht omgang te hebben met haar kinderen. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder afgewezen en de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.