In deze zaak heeft PLANgroep budgetbeheer B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die zelf procedeert, voor het terugbetalen van voorschotten die aan schuldeisers van de gedaagde zijn verstrekt. De vordering betreft een hoofdsom van € 1.082,48, rente van € 92,36 en buitengerechtelijke kosten van € 196,47, wat leidt tot een totaalbedrag van € 1.371,31. De procedure begon met een dagvaarding op 3 januari 2024, gevolgd door verschillende processtukken en een mondelinge behandeling op 7 mei 2024, waarbij de gedaagde niet aanwezig was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een mondelinge overeenkomst van opdracht was tussen partijen, waarbij PLANgroep voorschotten heeft verstrekt. De gedaagde heeft een deel van de schuld terugbetaald, maar laat een bedrag van € 1.082,48 onbetaald. PLANgroep heeft herhaaldelijk herinnerd en aangemaand om te betalen, maar de gedaagde heeft niet gereageerd op de geboden mogelijkheden om te reageren op de akte van 3 juli 2024. De kantonrechter heeft de vordering van PLANgroep toegewezen, inclusief de incassokosten en rente, en de gedaagde veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.