Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
2.Standpunten
3.De beoordeling
3.De beslissing
geboren op [geboortedatum] -1983 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
[postcode] [woonplaats] ,
mr. B.A. Cnossen;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 augustus 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot opheffing van een faillissement en de toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker, een ondernemer die een vervoersbedrijf exploiteerde, had op 9 mei 2023 faillissement aangevraagd. Tijdens de zitting op 14 augustus 2024 werd de curator telefonisch gehoord, aangezien hij niet fysiek aanwezig kon zijn. De verzoeker heeft verklaard dat hij door omstandigheden niet eerder een WSNP-verzoek heeft kunnen indienen, waaronder het verkeerd gestuurd worden door de bode naar een andere zaal. De rechtbank heeft vastgesteld dat het faillissement niet op eigen aangifte is uitgesproken en dat er geen verificatievergadering heeft plaatsgevonden. Hierdoor is de verzoeker ontvankelijk in zijn verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling.
De rechtbank heeft de positieve adviezen van de curator in overweging genomen, die aangaf dat de verzoeker na een moeilijke start alle medewerking heeft verleend. De verzoeker is aangemeld bij Focus, een organisatie die hem zal begeleiden naar betaald werk. De rechtbank oordeelt dat de verzoeker in staat moet worden geacht om de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling na te komen, ondanks dat hij een aanzienlijke schuld aan de belastingdienst heeft. De rechtbank heeft de termijn van de schuldsaneringsregeling vastgesteld op 36 maanden, gezien de aard van de belastingschulden. De rechtbank heeft het faillissement opgeheven, het salaris van de curator vastgesteld en de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling bepaald op 21 augustus 2024, met een einddatum op 21 augustus 2027.