In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 3 september 2024, is de rechtbank ambtshalve overgegaan tot de benoeming van twee bijzondere curatoren voor de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2013. De aanleiding voor deze benoeming is een verzoek van de voogd, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, die de rechtbank heeft geïnformeerd over de noodzaak van een bijzondere curator in het kader van een strafzaak tegen de voormalige pleegouders van [minderjarige]. De rechtbank heeft op 21 augustus 2024 een mondelinge behandeling gehouden, waarbij de voogd en de beoogde bijzondere curator aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een mogelijke belangenstrijd bestaat tussen de voogd en [minderjarige], vooral gezien de lopende strafprocedures en inspectieonderzoeken. De rechtbank heeft artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek in overweging genomen, dat bepaalt dat de rechtbank een bijzondere curator kan benoemen wanneer de belangen van de voogd in strijd zijn met die van de minderjarige. Gezien de ernst van de situatie en de maatschappelijke onrust heeft de rechtbank besloten tot een duo-benoeming van de bijzondere curatoren, die de belangen van [minderjarige] zowel in als buiten rechte zullen behartigen.
De benoeming geldt voor de duur van één jaar, tot 3 september 2025, en de bijzondere curatoren zijn verplicht om de rechtbank tijdig te informeren over de voortgang van hun werkzaamheden. De beschikking is gegeven door kinderrechter mr. K.J. van den Herik en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. L.N. van Geest. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoeker en andere belanghebbenden binnen de gestelde termijnen.