In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 31 januari 2024, is de voogdij over een ongeboren baby besproken. De zaak betreft [naam01], een minderjarige die zwanger is en onder toezicht staat van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (WSS). De rechtbank heeft vastgesteld dat er een gezagsvacuüm zal ontstaan bij de geboorte van de baby, aangezien zowel [naam01] als de vader minderjarig zijn en derhalve niet in staat zijn om het ouderlijk gezag uit te oefenen. De raad voor de kinderbescherming heeft verzocht om de WSS als voogd aan te stellen, wat door de rechtbank is toegewezen. De rechtbank oordeelt dat het in het belang van de baby is dat de WSS, die al betrokken is bij de zorg voor [naam01], de voogdij op zich neemt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de WSS is gelast om de geboorteakte van de baby aan de rechtbank te sturen zodra deze geboren is. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.