ECLI:NL:RBROT:2024:8296

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 juni 2024
Publicatiedatum
3 september 2024
Zaaknummer
ROT 24/743
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet indienen van bezwaargronden leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep

In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 19 juni 2024, met zaaknummer ROT 24/743, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen van 4 december 2023 behandeld. Eiseres, woonachtig in Vlaardingen en vertegenwoordigd door mr. S.M.J. Iqbal, had bezwaar gemaakt tegen een eerder besluit van 18 maart 2022, maar heeft in haar pro forma bezwaarschrift van 27 april 2022 geen gronden van bezwaar vermeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk ongegrond is, omdat eiseres de gronden van het bezwaar niet heeft aangegeven en dit verzuim niet heeft hersteld. De rechtbank wijst erop dat het niet vermelden van bezwaargronden niet verontschuldigbaar is, ook al heeft eiseres een schriftelijke reactie van de Belastingdienst ontvangen waarin stond dat het bezwaar mogelijk ontvankelijk zou worden verklaard. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit in stand blijft en verklaart het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/743

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 juni 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit Vlaardingen, eiseres

gemachtigde: mr. S.M.J. Iqbal,
en

Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van 4 december 2023 waarbij verweerder het bezwaar van eiseres tegen verweerders besluit van 18 maart 2022 met kenmerk [kenmerk] niet-ontvankelijk heeft verklaard.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk ongegrond is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk ongegrond is omdat eiseres de gronden van het bezwaar niet heeft vermeld en dat verzuim niet heeft hersteld.
De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die bezwaar maakt, moet in het bezwaar de gronden van het bezwaar vermelden. [1] Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan verweerder na een herstelmogelijkheid het bezwaar op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren. [2]
Heeft eiseres de bezwaargronden tijdig vermeld?
4. Eiseres heeft geen bezwaargronden vermeld in haar pro forma bezwaarschrift van 27 april 2022. De Bezwaar Advies Commissie heeft eiseres in zijn bericht van 30 juni 2022 in de gelegenheid gesteld de gronden van het bezwaar aan te vullen waarbij eiseres op de hoogte is gesteld van het gevolg van het niet herstellen van een verzuim. Eiseres is verzocht om op een hoorzitting te verschijnen en inhoudelijke gronden naar voren te brengen. Eiseres heeft afgezien van de hoorzitting en geen gronden van bezwaar ingediend.
Is het niet tijdig vermelden van de gronden verontschuldigbaar?
5. Eiseres heeft bewust gekozen af te zien van het alsnog indienen van bezwaargronden zodat het niet verontschuldigbaar is. Dat eiseres uit verweerders schriftelijke reactie van 4 juli 2023 heeft afgeleid dat het bezwaarschrift ontvankelijk zou worden verklaard, maakt dit niet anders. Immers in die reactie staat onder 7.1 dat het verzuim, het ontbreken van bezwaargronden, nog hersteld moet worden terwijl daarover nadien nog vanuit de Bezwaar Advies Commissie correspondentie met eiseres heeft plaatsgevonden.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is daarom kennelijk ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A.C. van Nifterick, rechter, in aanwezigheid van
mr.H. de Vries, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 19 juni 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat in artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb.
2.Dit staat in artikel 6:6 van de Awb.